Kolet Janssen

auteur

Het geluk van oma

Voor leeftijd: volwassenen
Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Joris Snaet

Uitgeverij Averbode

2018
144 pagina’s
ISBN 978-2-8081-0109-7

Een boek om telkens opnieuw bewust te genieten van oma- en opageluk.

Oma of opa worden is een ingrijpende gebeurtenis.
Je kleinkind opent een nieuwe kamer in je hart en kleurt je kijk op het leven en de wereld.


Kolet Janssen neemt je mee op haar weg als oma in talloze anekdotes en bedenkingen, over (klein)kinderen en familie, over opschuiven en ouder worden, over God en de wereld om ons heen.

Joris Snaet vertaalt dit alles in grappige en ontroerende cartoons.

Verkrijgbaar via Uitgeverij Averbode

Fragment

Schoonzoon

Een schoonzoon is een vreemd wezen. Op een dag stapt hij je huis binnen, hand in hand met je dochter. Hij gaat zitten in je woonkamer en je voelt dat hij wel eens degene zou kunnen zijn, die je met grote regelmaat in je leven te zien zult krijgen: op zondagse etentjes, met de kerstdagen en op alle grote familiefeesten. Hij doet zijn best om in te vallen bij het spervuur van meningen en uitspraken dat in ons gezin continu door de kamer raast: eerst nog een beetje voorzichtig, maar gaandeweg steeds meer met zijn eigen stem. Hij laat ons proeven van zijn aparte soort humor. Hij is er voor je dochter, door dik en dun, en dat stel je op prijs. Hij houdt zich vaak een beetje gedeisd, maar hij houdt vol. Hij is niet meer weg te denken en hij hoort er helemaal bij. Maar echt familie, nee, dat was hij nog niet.

Nu wel. Want hij fluistert zachte woordjes tegen onze kleinzoon. Hij ververst zijn pampertjes en laat hem boertjes doen. Hij heeft zich op een babynieuwsbrief geabonneerd. Hij is met volle overtuiging papa. Die kleine baby heeft hem voorgoed met ons verbonden. Meer was er niet nodig.

2013.09.24

Bezoek uit het hiernamaals

Ik heb over het algemeen geen behoefte aan contact met de doden. Mijn schoonouders zijn respectievelijk meer dan tien en twintig jaar geleden overleden en ik vertrouw ze met plezier toe aan de warme handen van onze God. Maar zo eens per jaar, meestal tijdens een familiebijeenkomst, verlang ik er opeens naar dat ze er nog eens – heel eventjes – bij zouden kunnen zijn. Als het verbale vuurwerk van onze volwassen kinderen boven onze hoofden heen en weer schiet en wij kiekeboe spelen met onze kleinzoon. Als we samen aan tafel zitten te genieten van het gelach, de plannen en het eten. Dan denk ik wel eens: Zie je, opa, hoe je zoon hetzelfde liedje zingt als jij vroeger wanneer hij met zijn kleinzoon paardje rijdt op zijn knie? En, oma, hoor je hoe graag je kleindochter alles organiseert en herken je daarin je eigen aard? Weet je dat jouw kastje op de flat van onze dochter staat en dat we op zondag de eierdopjes gebruiken die jij nog schilderde? Die lange kerel daar is dat kleine knulletje van toen en die jonge mama het meisje dat bij jullie met de poppen speelde. Merken jullie hoe graag we bij elkaar zijn? Ook dat hebben we van jullie geërfd… Ik zou het hen zo graag even willen laten zien. Een uurtje of twee, genoeg om de grote lijnen te schetsen en een stukje taart te eten. Zodra ze zouden beginnen te regelen of te mopperen, zou ik ze terugsturen, recht naar de hemel waar ze thuishoren.
Ik weet wel dat het niet kan. Maar misschien zijn ze er toch wel een beetje bij. Misschien lachen ze van op hun wolk mee met onze grapjes. Misschien zijn onze zintuigen gewoon niet fijn genoeg om hun aanwezigheid op te vangen.

2014.10.06

Oud worden

Ik ben gevallen. Dat is op zich niets bijzonders. Mijn kleinzoon van bijna drie valt elke dag wel een paar keer. Hij krabbelt recht en speelt weer verder alsof er niets gebeurd is. Maar op mijn leeftijd heb ik minder dagelijkse ervaring met vallen. Ik ging onderuit omdat ik uitgleed over een paar slablaadjes die op de vloer van de groentewinkel lagen. Ik klemde me vergeefs vast aan mijn boodschappenmandje, maakte een weinig gracieuze slipper en landde languit op de grond. Halverwege dat manoeuvre maaide ik een kist sinaasappels en een stapel dozen met vijgen omver. De sinaasappels dansten nog over de vloer toen ik al geveld was. Behalve een blauwe duim heb ik er niets aan overgehouden, maar toch was het een schokervaring. Want sindsdien zet ik mijn voeten behoedzamer neer. Ik pas mijn tempo aan en kijk uit naar handvaten en armleuningen.

Oud worden gaat vanzelf, zegt mijn moeder. Ze is 89 (‘ik ben in mijn negentigste!’), dus ze kan het weten. Gewoon elke dag een dag erbij, elk jaar een jaartje meer en voor je het weet hoor je bij wat vroeger ‘de derde leeftijd’ heette en durf je niet te denken aan het volgende stadium.
Uiterlijk verander je natuurlijk. Er zijn al lang blijvende rimpels die je niet langer slaapkreukels kunt noemen. Je haren worden grijs of vallen uit. Maar dat is allemaal niet zo bepalend. Tot voor kort dacht ik dat ik in wezen, diep vanbinnen, nog altijd dezelfde was: krachtdadig, doortastend, scherp, ad rem. Nu begin ik daaraan te twijfelen.

Er was een tijd, nog niet zo lang geleden, dat ik me ergerde aan langzame oude vrouwtjes aan de kassa, die de hele file ophouden met hun eeuwige getreuzel bij het opdiepen van hun portemonnee. Nu ben ik stilaan zelf zo’n vrouwtje, minstens in de ogen van anderen. Ik ben heel geleidelijk aan een ander mens aan het worden. Iemand die ik tot nu toe alleen van buitenaf kende. Stilaan begin ik te weten hoe het voelt vanbinnen, waarom je zulke belachelijk kleine stapjes neemt, waarom je de leuning van die wenteltrap niet loslaat als er een tegenligger opdaagt, waarom je verontschuldigend glimlacht naar de andere mensen die afstappen van de bus. Oud worden is ook een les in nederigheid.

Van Jezus kun je als bejaarde op het eerste zicht niet veel verwachten. De arme man is zelf nooit oud mogen worden. Zou onze godsdienst er anders hebben uitgezien als Jezus bejaard was geworden? We zullen het nooit weten. Maar minstens één van zijn uitspraken geldt voor alle leeftijden: Maak je geen zorgen over morgen. Het helpt niet en je wordt er alleen maar ongelukkig van. Doe wat God van je vraagt, dan zal God je ook de rest geven.  Het maakt het leven verrassend simpel, op welke leeftijd ook.

2016.06.03