Kolet Janssen

auteur

Een jaar vol kleuren

Boeken > over geloof > Een jaar vol kleuren



Voor leeftijd: 9 jaar en ouder
Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Stijn Claes

Uitgegeven door Averbode
2001, herwerkte versie 2009
112 pagina’s
ISBN 9789031728176

Het dagelijks leven van een gezin doorheen het kerkelijk jaar
Waarom moet je op Driekoningen een boon zoeken in je stuk koek? Wat is er precies gebeurd op Hemelvaart? Waarom gaan we op Allerzielen naar het kerkhof? Waar komt de kerststal vandaan? Het christelijk geloof is rijk aan feesten en gebruiken. Kinderen zijn dol op tradities die elk jaar terugkomen. Ze genieten er nog meer van als ze weten wat erachter zit. Maar dat kunnen hun ouders of leerkrachten hen niet altijd vertellen …


jaar_kleuren_2009 

Dit boek volgt het dagelijks leven van een gezin doorheen een kerkelijk jaar van begin tot einde. Het legt uit hoe elk feest een eigen betekenis heeft. Hoe tradities kunnen helpen om mensen dichter bij God te brengen. Hoe gebruiken vaak aanknopen bij oeroude symbolen. Hoe geloof aansluit bij de levenservaring van alle mensen, jong en oud.
Vanuit de nuchtere vragen en bedenkingen van kinderen tussen 9 en 12 jaar vertelt Kolet Janssen wat er verborgen zit achter de schat aan feesten en tradities tijdens het kerkelijk jaar.

Verkrijgbaar via:

Leesfragment

Wachten

‘Au!’ roept Sara en ze stopt haar vinger in haar mond. Mama klakt geërgerd met haar tong.
‘Dat is nu al de vierde keer dat je in je vinger prikt. Kijk toch een beetje uit!’
‘Het bloedt!’ klaagt Sara en steekt haar vinger in de lucht.
‘Dat rood kleurt mooi bij het dennengroen’, lacht Pieter. Hij maakt een ijzerdraadje vast aan een dennenappel.
‘Zo zit er wel genoeg groen op’, besluit mama. De strooi¬en krans is bedekt met dennentakjes en slingers klimop.
‘Hier is nog een kale plek’, wijst Sara. Ze prikt een laatste takje vast.
‘En nu de kaarsen’, zegt mama. ‘Pas op dat ze niet scheef staan!’
Papa komt de keuken binnen. ‘Een mooie adventskrans’, zegt hij keurend. ‘Moet er geen rood lint omheen?’
‘Dat komt straks’, zegt mama.
‘Ik vind advent zo’n raar woord’, meent Sara. ‘Wat betekent het eigenlijk?’
‘Aankomst’, zegt papa meteen. ‘Van “advenire’ in het Latijn. De komst van Jezus dus. En “avenir” betekent in het Frans ook nog “toekomst”. In de advent kijk je uit naar Kerstmis, naar de toekomst. Het is een periode van wachten.’
‘Ik heb een hekel aan wachten!’ roept Pieter uit. ‘Wachten bij de kapper, wachten op de bus, wachten tot het eten klaar is… Ik moet al meer dan genoeg wachten!’
‘Wachten hoort er nu eenmaal bij’, zegt mama. ‘Er zijn dingen die niet meteen kunnen gebeuren. Door erop te wachten besef je ook beter wat er gaat komen.’
‘Ik zal je er aan helpen denken als je weer eens ongeduldig in de rij aan de kassa van de supermarkt staat aan te schuiven’, lacht papa.
‘Ik dacht aan iets anders’, verdedigt mama zich. ‘Als we in de zomer op reis gaan, verheug ik me daar al een hele tijd van tevoren op. Ik lees erover en kijk ernaar uit. Het hoeft voor mij dan niet sneller te gaan. Het wachten erop is al een stukje van de pret.’
‘Ik ken iemand die nu heel leuk aan het wachten is’, be¬denkt Sara opeens. ‘Tante Inge! Hoe dikker haar buik wordt, hoe dichterbij de geboorte komt. Dat is pas spannend!’
‘Je hebt gelijk’, lacht mama. ‘Negen maanden duren lang, en stilaan word je erg benieuwd om dat kleine wezentje nu wel eens echt te ontmoeten. Dat weet ik nog heel goed. Maar het is ook een mooie periode, ik zou die negen maanden niet hebben willen missen.’
‘Ja maar,’ zegt Pieter, ‘we hoeven nu toch niet meer te wachten in de advent?’
‘Juist wel’, werpt Sara op. ‘Maria was toch ook in verwachting in de advent.’
‘Maar Jezus is toch al tweeduizend jaar geleden geboren, daar hoeven we toch niet meer op te wachten!’ protesteert Pieter. ‘We weten nu onderhand wel dat hij geboren is.’
‘Dat klopt’, lacht papa. ‘Maar de wereld is nog altijd niet zoals Jezus en God hem graag willen. Door de komst van Jezus zijn veel mensen dichter bij God en dichter bij elkaar gaan leven, tot in onze tijd toe. In de advent voelen we heimwee naar hoe het zou kunnen zijn. Het is de tijd om ons weer helemaal op Jezus, op God te richten. En ook om naar elkaar toe te groeien en de wereld een beetje warmer te maken voor iedereen.’
Mama zet de laatste kaars op de prikker en veegt de dennennaalden bij elkaar. ‘Bij elk nieuw kaarsje dat we aansteken, groeit ons verlangen en onze hoop. Elke week een beetje meer, vier weken lang. Tot het Kerstmis is.’
‘En wanneer gaan we die kaarsjes nu laten branden?’ wil Sara weten.
‘’s Avonds bij het eten?’ stelt mama voor.
‘We kunnen er iets bij voorlezen’, stelt Pieter voor.
‘We kopen een adventskalender van Welzijnszorg, daar staan mooie stukjes in’, weet mama.
‘Wat heeft Welzijnszorg met de advent te maken?’ vraagt Sara zich af.
‘Welzijnszorg houdt zich bezig met de steun aan kansarme mensen in ons eigen land’, legt papa uit. ‘Het is een manier om de wereld een beetje dichter bij God te brengen. Mensen worden uitgenodigd om stil te staan bij de problemen van de armen en ook om geld te geven aan allerlei plannen waarin armen zelf hard werken om hun situatie te verbeteren. In ons land doen ze dat met Welzijnszorg, in Nederland met Solidaridad, waarbij de mensen solidair zijn met allerlei projecten in Latijns-Amerika. Zo wordt Gods droom met de wereld een stukje werkelijkheid.’
‘Vroeger kregen wij elk een gekleurde adventskalender met luikjes voor elke dag. Achter elk luikje zat een chocoladesnoepje’, herinnert Pieter zich.
‘Zijn jullie daar intussen niet een beetje te groot voor?’ aarzelt mama.
Pieter en Sara schudden overtuigd het hoofd. ‘Voor chocolade ben je nooit te groot’, zegt Sara stellig.

 
 

Recensie
Dit boekje geeft uitleg bij de verschillende christelijke feesten. Het beperkt zich tot de erkende kerkelijke feesten met uitzondering van het Sint-Niklaasfeest. De auteur verklaart de gewoonten en gebruiken die bij deze feesten horen door een gezin te volgen in de loop van het kerkelijk jaar. De ouders zijn goed op de hoogte van de betekenis van de christelijke feesten en van het verband met andere godsdiensten zoals islam en jodendom. Ze beantwoorden de vragen van hun kinderen uitvoerig en voeren lange gesprekken over de tradities van de rooms-katholieke kerk. Het is een manier van werken die Kolet Janssen in vroegere boeken al met succes heeft toegepast. De teksten zijn vlot leesbaar en bieden voldoende informatie. Bovendien worden de band tussen geloof en levenservaring en het belang van tradities in de verf gezet. Ook de betekenis van de kleuren in de kerk wordt in het laatste hoofdstuk even belicht. Er zijn de laatste jaren al meerdere boekjes verschenen die op een vrij saaie manier uitleg geven over gewoonten en gebruiken bij feesten. Voorliggend boekje is leuk geïllustreerd en vlot leesbaar.

Hilde Debacker
Vlabin, nov. 2001

Het is voor iedereen interessant om te weten wat de basis is van onze tradities. Ook voor kinderen die niet kerkelijk worden opgevoed. Een tijdje geleden las ik dat heel veel jongeren niet weten wat de betekenis van Kerst of Pasen is. Jammer. Want enige notie van dit soort feesten lijkt mij een noodzakelijk onderdeel van de algemene ontwikkeling, of je nu in het verhaal gelooft of niet. Maar kennelijk is dat niet zo vanzelfsprekend.
Voor alle duidelijkheid: het boek geeft niet alleen de feitelijke oorsprong van de feestdagen en tradities weer, het bouwt wel degelijk op een (katholiek) christelijk gedachtegoed. Opvallend bij dat christelijke uitgangspunt is echter dat dat niet drammerig of eenzijdig gepresenteerd wordt. Ook oude heidense gebruiken en de ramadan komen ter sprake, evenals de symboolwaarde van kleuren en seizoenen, de daden van heiligen, psychologische verklaringen voor zaken als de Mariaverering, en nog veel meer. Al met al kom je ontzettend veel te weten.

Katinka Kersting
Ouders online, dec. 2001

Workshop
Kolet Janssen geeft op vraag een workshop voor ouders of leerkrachten rond het thema ‘Geloof doorgeven aan (klein)kinderen’.