Kolet Janssen

auteur

Het gat


Voor leeftijd: 7 jaar en ouder

Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Tim Polfliet

Uitgegeven door Davidsfonds
2002
59 pagina’s
ISBN 90-5908-023-8

Superspannend schrikverhaal
Als Jakob op een dag de keuken inloopt, merkt hij het meteen. Een gat.


Het gat 

Een donker gat met rafelige randen. In het midden van de keukenvloer. Hij houdt zijn adem in en staart verbaasd naar beneden. Hoort hij iets? Kan hij iets zien? Zijn zus Lisa en zijn ouders lijken helemaal niet op te kijken van het gat en dat maakt alles nog vreemder.
’s Nachts raakt Jakob maar niet in slaap en hij besluit om op verkenning te gaan. Gewapend met een zaklamp en een stuk touw daalt hij af in het diepe, donkere gat. Daar wacht hem een wel heel onaangename verrassing…

Verkrijgbaar via

Leesfragment

Een gat. Jakob zag het meteen toen hij na school de keuken inliep. Een gat. Donker en met rafelige randen. In het midden van de keukenvloer, tussen de tafel en het aanrecht. Jakob bleef staan en staarde naar beneden. Je kon niets zien. Maar beneden in het gat was niet gewoon de kelder, daar was hij zeker van. Als je daarin viel, was het afgelopen. Jakob hield zijn adem in om goed te kunnen luisteren. Was er gefluister of geknisper? Er was niets te horen. Hij slikte. Het zoemde plots in zijn oren.Wat moest hij nu?Voorzichtig tilde hij één been op, en zette een stap achteruit. ‘Hé, Jakob, ik dacht dat je er nog niet was!’ Lisa gooide haar schooltas tegen de muur en viste haar brooddoos eruit. Ze liep netjes om het gat heen en zette de doos op het aanrecht. Jakob deed zijn mond al open om haar te waarschuwen. Maar het was niet nodig. Met een vluchtige blik op het gat wandelde Lisa naar de gang. ‘Ik moet dringend naar het toilet’, zei ze. Toen ze terugkwam haalde ze een fles appelsap uit de koelkast. En de koekjestrommel uit de kast. ‘Weet jij wanneer mama vandaag thuiskomt?’ vroeg ze. ‘Om vijf uur, geloof ik’, antwoordde Jakob. Hij stond nog steeds aan de rand van het gat. Hij kon er zijn ogen maar moeilijk van af houden. Langzaam schuifelde hij naar de tafel en at een koek. Hij keek naar Lisa terwijl ze de schoolkrant uit haar tas haalde. Bijna zonder te kijken liep ze langs het gat. Net zoals ze langs de tafel liep of de vuilnisbak. Ze was er niet bang voor.Jakob stond recht en deed een stap naar voor. Hij krulde zijn tenen over de rand van het gat. Hij ademde zwaar en hij voelde het zweet prikken in zijn haren. Lisa keek op. ‘Kijk uit’, zei ze achteloos. ‘Val er niet in.’ Ze lachte kort alsof ze een grapje had verteld. Jakob zag hoe ze neuriënd door het schoolkrantje bladerde. Haar voet wipte op en neer op de melodie. Waarom vond ze het niet vreemd, dat gat? Vanmorgen was het er toch nog niet? Hij schraapte zijn keel. ‘Wat een stomme plaats voor een gat’, zei hij. Hij probeerde niet paniekerig te klinken. ‘Mmm’, antwoordde Lisa, terwijl ze op haar koek kauwde en in het krantje bladerde. ‘Maar het went snel. Over een paar dagen merk je het niet eens meer op.’

Recensie
Op een dag ontdekt Jakob in het midden van de keukenvloer een gat. Hij kijkt naar beneden maar ziet niets. Zijn ouders en zus vinden zo’n gat niet ongewoon, dat gebeurt blijkbaar wel eens meer. Maar Jakob is bang en nieuwsgierig. Hij wil weten wat er in het gat is en gaat op onderzoek. Op de bodem van het hol vindt hij een slijmerig wezen dat hem wil opeten. Jakob vlucht en ontdekt een harig wezen, Hugo, dat hem leert hoe hij het monster moet verslaan. Ze moeten het monster gek maken met letters en woorden door hem plat te praten, door heel veel woorden snel achter elkaar te zeggen. Zo verslagen ze het monster. En dan moet Jakob snel uit het gat want het verdwijnt weer. Als dank begraaft hij de volgende dag een mooie knikker voor Hugo.Een verrassend boek over het overwinnen van angst. Door woorden te gebruiken kan je monsters wegjagen, en dat is even belangrijk als fluiten in het donker. Het grappige aan dit verhaal is het feit dat ouders en zus zo’n gat heel gewoon vinden. Daardoor merk je al onmiddellijk dat Jakob bang is voor iets dat anderen niets speciaals vinden. Jakob staat alleen met zijn angst maar wil er toch iets aan doen want hij trekt helemaal alleen op onderzoek. Moedig van hem. Zo leert hij voor zichzelf opkomen, dankzij de kracht van woorden.
De illustraties nemen je mee naar de fantasiewereld van de illustrator. De zeer originele vormgeving en presentatie passen perfect bij deze droomwereld. Ook de kleuren veranderen naargelang de stemming van het verhaal. De uitnodigende illustraties bezorgen dit boek een duidelijke meerwaarde.

Pluizuit, 2002

Als Jakob op een dag thuiskomt, ontdekt hij een gat met rafelige randen midden in de keukenvloer. Het gat boezemt hem meteen angst in. Zijn zus Lisa en zijn ouders kijken niet eens op van ‘weer’ zo’n gat, en dat vindt hij bijzonder vreemd.
’s Nachts als iedereen slaapt, sluipt hij naar beneden. Met een mengeling van angst en nieuwsgierigheid daalt hij af. Het is donker in de gang die zich onder het gat bevindt, het stinkt er en hij ontmoet er zijn vleesgeworden schrik: een groen monster met klauwen en een appetijt voor kleine jongens. Gelukkig is er Hugo, de aardjongen. Samen verslaan ze het monster. Jacob weet zich op het nippertje te redden en eenmaal terug boven mijmert hij over zijn avontuur.
De cover van het boek geeft goed weer waar het verhaal over gaat. Het suggereert de dunne lijn tussen de fantasie en de realiteit waarin een kind leeft. Het verhaal zelf is opgebouwd rond angst. De angst voor het gat en voor mogelijke monsters. Jacobs nieuwsgierigheid dwingt hem tot het vinden van de nodige moed. Het zijn de oude ingrediënten in een nieuw jasje. En dat jasje past als gegoten, de angst is tastbaar en de redding doet herademen. Het is toch vooral de tekst die het verhaal vaart geeft. De illustraties zijn bijzonder origineel van vorm en kleur maar ze zien er niet echt schrikbarend uit.
Kolet Janssen geeft tussen de regels door leuke informatie over hoe je je angst kan overwinnen. Ga erop af en fluit in het donker… het helpt, echt waar.

Kristina Delmeire in Klapper (Pluizer) 2002