Kolet Janssen

auteur

Weg van God


Voor leeftijd:
volwassenen

Auteur: Kolet Janssen
Foto’s en vormgeving:
Carine Cuypers

Uitgegeven door Davidsfonds
2008
336 pagina’s
ISBN 9077942378

Een lijfboek voor je levensweg
Het leven is meer dan werken en slapen, meer dan rennen en afspraken nakomen. In de drukte van alledag is het niet eenvoudig om stil te staan…Weg van God geeft je de kans om af en toe, op een zelfgekozen moment, op adem te komen. Om te kijken naar de binnenkant van de dingen. Om je eigen weg uit te stippelen. Elke dag en elke week opnieuw.


wegvangod 

Deze unieke ‘geloofsagenda’ is voor wie gelooft én voor wie twijfelt. Elke week zorgen een originele spreuk en een herkenbare vraag voor verdieping. Tussendoor geven interessante mannen en vrouwen uit de bijbel  inspiratie. Je herontdekt tradities en gebruiken uit vertrouwde en vreemde culturen en godsdiensten. Een selectie van de mooiste gebeden en psalmen verwarmen je hart onderweg. Een boek om te koesteren. Een lijfboek voor je levensweg. Een traject dat je in één keer kunt gaan, of dat je in korte stukjes kan afleggen.

Verkrijgbaar via:

Leesfragment
WEEK 1
Het gebeurt zeer dikwijls dat we iets niet zien omdat het te groot is.(Multatuli)

Wat is God voor iemand?
Een oude man met een witte baard? De schepper die onze wereld bedacht? Een strenge rechter die ons opwacht na onze dood? Een vader die van al zijn kinderen houdt? Een moeder die haar kinderen troost? Iemand die opkomt voor rechtvaardigheid en vrede? Een sterke kracht zoals liefde? Zoveel beelden, zoveel stukjes van de waarheid… God is dat alles en nog veel meer. Alles wat we zeggen over God is bij voorbaat onjuist en onvolledig. En toch kunnen en mogen we niet zwijgen over God. Want hoe meer we met Hem worstelen, hoe sterker zijn beeld wordt in ons hart.

Uit de Bijbel
Genesis 18,20-32: Het pleidooi van Abraham
Daarom zei de HEER: ‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten.’
Toen gingen de twee mannen weg, naar Sodom, terwijl Abraham bij de HEER bleef staan. Abraham ging dichter naar hem toe en vroeg: ‘Wilt u dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou u die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt u toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’ De HEER antwoordde: ‘Als ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.’ Hierop zei Abraham: ‘Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben: stel dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou u dan toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten?’ ‘Nee,’ antwoordde hij, ‘ik zal haar niet verwoesten als ik er vijfenveertig aantref.’ Opnieuw sprak Abraham hem aan: ‘Stel dat het er maar veertig zijn.’ ‘Dan zal ik het niet doen omwille van die veertig.’ Toen zei hij: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan: stel dat het er maar dertig zijn.’ ‘Ik zal het niet doen als ik er dertig aantref.’ Hierop zei hij: ‘Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat het er maar twintig zijn.’ ‘Dan zal ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig.’ Abraham zei: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’

Nota bij de tekst
Christenen hebben hun godsbeeld geërfd van de joden. Abraham is de stamvader van alle gelovigen. De God in wie hij gelooft, is groot en verheven. ‘Niets is voor hem onmogelijk’, zegt de Bijbeltekst, als het gaat over Sara die op haar oude dag nog een zoon zal krijgen. Tegelijk is het een God waarmee te praten valt. Mensen kunnen en mogen tegenover God hun vragen, hun twijfels, hun verontwaardiging uitspreken. God houdt daar rekening mee. Zo leren gelovigen dat Gods barmhartigheid nog groter is dan ze konden vermoeden. En dat het goed is om tegen God aan te praten, telkens weer.

Uit de christelijke traditie: de Drie Koningen
‘Toen Jezus geboren was in Betlehem, kwamen er wijzen uit het Oosten in Jeruzalem aan.’ (Mt. 2,1) Ze bieden de kleine Jezus kostbaarheden aan: goud, wierook en mirre. Goud legt de link naar Jezus als koning, wierook is voor het goddelijke in Jezus en mirre (welriekende olie) is voor de mens Jezus. Over het aantal wijzen, hun uiterlijk of functie komen we in het evangelie verder niets te weten. Al gauw wordt het getal drie genoemd, afgeleid uit de drie vermelde geschenken. Maar de fantasie van de mensen staat niet stil en in de eeuwen die volgen, worden meer en meer details ingevuld. De wijzen worden koningen, met op hun hoofden hoeden, tulbanden of kronen. Vanaf de 8ste eeuw krijgen zij namen: Caspar, Melchior en Baltasar. Volgens de traditie kwamen hun relieken na omzwervingen in Constantinopel en Milaan uiteindelijk terecht in Keulen. Vanaf de 12de eeuw symboliseren de koningen de drie levensfasen en de drie toen bekende werelddelen: de jonge Caspar uit Afrika, de middelbare Baltasar uit Azië en de oude Melchior uit Europa.
Driekoningen wordt zowel door katholieken als protestanten gevierd. Kinderen trekken verkleed als koningen, met kroon en ster, langs de huizen. In ruil voor het zingen van een lied krijgen ze geld of snoep. In heel wat gezinnen wordt op Driekoningen een ‘driekoningenkoek’ gegeten. In de koek zit een boon of een muntstuk verstopt. Wie de boon of het muntstuk in zijn stuk koek vindt, mag de rest van de dag ‘koning’ zijn en de andere huisgenoten bevelen. De boon is een overblijfsel van een oude Germaanse traditie: zij mochten in de twaalf nachten van de nieuwjaarsfeesten geen peulvruchten eten en de ‘heilige boon’ betekende het einde van die vasten.

Gebed: Psalm 1
Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
maar vreugde vindt in de wet van de HEER
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.

Recensie
Dit boeiende meditatieboek boek kent een vast stramien, en is onderverdeeld in 52 hoofdstukken, een verwijzing naar de weken in het jaar. Kolet Janssen geeft telkens eerst een kort citaat – wit tegen zwarte achtergrond – als blikvanger, en daarna volgt een bladzijde tekst in vraagvorm over goed en kwaad, leven en dood, geloven en zin zoeken. Het zijn overwegend krachtige teksten, kort geformuleerd, in een directe taal. Vervolgens wordt dezelfde vraag belicht vanuit een Bijbeltekst, en in een apart kader krijg je een beschrijving van de persoon rond wie die tekst draait, een sterk punt in het boek. (…) Het laatste deel van elk hoofdstuk is een gebed of een psalm. De teksten komen uit de Bijbel of uit geschriften van Augustinus, Dorothee Sölle, Franciscus, en Moeder Teresa. De sfeervolle foto’s maken het boek alleen maar toegankelijker.

Frans L. Van den Brande
www.deleeswolf.be 31 dec. 2008

Workshop
Kolet Janssen geeft op vraag een workshop voor ouders of leerkrachten rond het thema ‘Geloof doorgeven aan (klein)kinderen’.