Kolet Janssen

auteur

Het grote avontuur van God en mens


Voor leeftijd: 8 jaar en ouder (informatief)

Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Thé Tjong-Khing

Uitgegeven door Davidsfonds/Kok
2004
279 pagina’s
ISBN 0-80829-02-1
De herwerkte versie van deze kinderbijbel heet ‘Hosanna!‘ (2013)
Hosanna‘ bevat dezelfde teksten als ‘Het grote avontuur van God en mens’, aangevuld met een tiental extra verhalen. Hier en daar is de tekst lichtjes bijgewerkt. U kunt ‘Hosanna’ hier online bestellen.

Bekende en minder bekende verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament
Verteld vanuit het standpunt van iemand die er bij was: de zus van Mozes, een buurman van Hosea, de melaatse die genezen wordt, een apostel van Jezus een reisgezel van Paulus.


grote avontuur 

Wat dacht Isaak toen zijn vader hem wou offeren?
Hoe was het voor Batseba toen David een oogje op haar kreeg?
Wat ging er om in het jongetje van de broden en de vissen?

Verkrijgbaar via

Filmpje: Kolet Janssen vertelt over haar geloofsboeken

Leesfragment
De toren van Babel
Genesis 11,1-9

‘Vandaag ga ik een verhaal vertellen dat jullie nog niet kennen!’ kondigde Natanaël aan. Wij zorgden ervoor dat we gemakkelijk zaten en spitsten onze oren.
‘In het begin spraken alle mensen dezelfde taal. Ze hadden voor alles dezelfde woorden. Ze konden bouwstenen en mortel maken, en ze besloten een hoge toren te bouwen. Eentje die tot in de hemel zou reiken. Zo wilden ze beroemd worden en net zo machtig als God. Ze begonnen te bouwen. Er kwam een trap rondom de toren die steeds hoger en hoger leidde.’
Wij grinnikten. De toren die Natanaël beschreef, leek wel heel erg op wat ze hier in Babel aan het bouwen waren: die enorme tempeltoren waar maar geen einde aan leek te komen.
Natanaël ging verder: ‘God lachte om hun toren. Dat gaat ze niet lukken, zei hij. En hij kreeg gelijk: de mensen kregen ruzie. De een wilde iets heel anders dan de ander. Ze begrepen niet meer wat de ander bedoelde. Ze begonnen naar elkaar te schelden. De woorden die ze gebruikten leken steeds minder op elkaar. Op de duur spraken ze wel honderd verschillende talen. Ze begrepen elkaar niet meer en ze konden niet meer samenwerken. De bouw van de toren werd stopgezet. De mensen verspreidden zich over de hele aarde.’
Wij lachten. Het deed ons goed om eens te kunnen spotten met die Babyloniërs en hun grote plannen. En misschien lachten we tegelijk een beetje om onszelf, omdat het voor ons zo moeilijk was om Babylonisch te leren. Vooral de oudere mensen hadden het er moeilijk mee. Je eigen taal blijf je toch altijd de mooiste vinden.

Een broer wordt levend
Johannes 11

Vier dagen is het nu al geleden dat we onze broer Lazarus in witte doeken hebben gewikkeld en in het graf hebben gelegd. Vier dagen, en het doet nog altijd evenveel pijn. Mijn zus Maria zit de hele tijd zonder iets te zeggen voor zich uit te staren. Bij alle drukte die de begrafenis met zich meebracht, heeft ze me nauwelijks geholpen. Als ik haar een kruik in haar handen stop en haar vraag om tenminste water te gaan halen voor onze gasten, knikt ze, maar ze beweegt niet. Natuurlijk begrijp ik wel dat ze verdriet heeft. Het ging ook allemaal zo snel: van de ene dag op de andere werd Lazarus heel ziek en nog geen twee weken later was hij dood. Wij missen hem verschrikkelijk. Uit Jeruzalem kwamen een heleboel vrienden om ons te troosten. Ik moest bedden regelen en soep koken en brood bakken. Ik had geen tijd om verdrietig in een hoekje te gaan zitten zoals Maria.
Daar komt Benjamin, de jongste van de buurkinderen, aangerend. ‘Martha,’ hijgt hij, ‘Jezus komt eraan!’ Hij holt meteen weer weg. Eindelijk! Toen Lazarus zo ziek was, heb ik vaak gedacht: was Jezus nu maar hier! Ik leg de pompoenen die ik uit het veld heb gehaald langs de kant van de weg en loop Jezus tegemoet. Ik zie aan zijn gezicht dat hij al weet dat Lazarus dood is. Hij slaat zijn armen om mij heen. ‘Martha’, zegt hij.
‘Als jij hier was geweest, zou Lazarus niet zijn doodgegaan!’ roep ik uit. ‘God geeft jou alles wat je hem vraagt!’ Tranen stromen over mijn wangen, maar ik knijp mijn ogen dicht om ze tegen te houden.
‘Martha,’ zegt Jezus terwijl hij mijn hand streelt, ‘je broer zal verrijzen.’
Ik knik. ‘Op het einde van de tijden, dat weet ik wel. Maar ik mis hem nu.’
Ik neem Jezus mee naar huis en zoek Maria. Ze zit in het donker op haar slaapkamer. ‘Jezus is er’, vertel ik haar.
Ze rent naar hem toe en valt voor zijn voeten op de grond. Ze huilt met veel lawaai en dikke tranen. Ze maakt er altijd een beetje een show van, mijn zus. Onze vrienden beginnen nu mee te huilen en ook bij Jezus lopen de tranen over de wangen.
‘Waar hebben jullie hem neergelegd, waar is zijn graf?’ vraagt Jezus. Hij veegt met zijn hand over zijn ogen. Onze vrienden wijzen hem de weg. Mijn zus en ik lopen mee. ‘Hij moet wel veel van Lazarus gehouden hebben’, hoor ik iemand zeggen. Maar een vrouw antwoordt: ‘Waarom is hij dan niet wat vroeger gekomen? Hij heeft toch ook die blinde genezen?’
Daar is het graf al. Jezus begint meteen uit volle kracht tegen de steen die voor de opening ligt te duwen. Het lijkt wel alsof hij boos is. ‘Help me eens!’ zegt hij hijgend tegen onze vrienden. Ze aarzelen eerst, maar dan helpen ze mee.
Ik spring naar voor. ‘Jezus, Lazarus is al vier dagen dood!’ Ik wil niet dat iemand ruikt hoe zijn lichaam vergaat. Ik wil niet dat iemand ziet hoe hij ontbindt.
‘Martha,’ zegt Jezus, ‘je weet toch dat God heel groot is. Geloof je dat?’
De steen is weggerold. Jezus kijkt naar omhoog. ‘Dank u, Vader, omdat u naar mij heeft geluisterd’, bidt hij. Dan kijkt hij naar binnen in het graf in de rots. ‘Lazarus, kom naar buiten!’ roept hij. Het is doodstil. Dan horen we opeens iets bewegen. En daar verschijnt mijn broer Lazarus. Hij strompelt naar buiten, met de doeken nog om zijn voeten, zijn handen en zijn gezicht. ‘Maak die doeken voor zijn gezicht los’, zegt Jezus.
Mijn zus Maria slaakt een kreet en rent naar hem toe. Onze vrienden beginnen opgewonden te praten.
Ik tril zo hard op mijn benen dat ik moet gaan zitten, zomaar met mijn schone kleren op de grond. Lazarus, mijn broer, leeft! Ik kijk naar Jezus, die Lazarus omarmt. Ik kom straks wel aan de beurt. Hij is een heel bijzonder iemand, onze vriend Jezus. Geen gewone mens, dat staat vast. Hij moet wel heel dicht bij God staan.

Recensie
Deze kinderbijbel bevat meer dan 150 verhalen uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. De auteur slaagt erin om de verschillende verhalen op een boeiende manier te vertellen als waren het hedendaagse verhalen. De meestal paginagrote illustraties van Thé Tjong-Khing zorgen voor de juiste sfeerschepping en maken er een mooi hebbeding van. De verzorgde uitgave geeft aan deze kinderbijbel een zekere uitstraling zodat die zeker niet mag ontbreken in de klasbibliotheek of thuis. De verhalen zijn vlot geschreven en in eenvoudige, zorgvuldig uitgekozen woorden en zinnen verteld. De soms onvermijdelijke moeilijkere begrippen worden in de tekst zelf verklaard zonder afbreuk te doen aan het ritme van het verhaal.
De auteur maakte een selectie uit de verhalen in het Oude en Nieuwe Testament met als leidraad de hechte band tussen God en de mensen. Als lezer of luisteraar word je zo bij de verhalen betrokken alsof je er zelf bij was.

Hilde Umans
Pluizuit 7 maart 2005

Kolet Janssen maakt een selectie uit de bijbelverhalen in het oude en nieuwe testament en schreef ze zo neer dat kinderen van vandaag zich erdoor aangesproken voelen.
Deze kinderbijbel is een ideaal communiegeschenk met aantrekkelijke illustraties van Gouden Penseel-winnaar Thé Tjong-Khing. Het boek is bijzonder geschikt om thuis of in de klas (voor) te lezen. Dat kinderboekenschrijfster en godsdienstlerares Kolet Janssen de bijbel door en door kent bewijst ze met deze uitgave. Janssen bracht een schat aan hartverwarmende, spankelende, gedurfde en aloude (voorlees)verhalen bijeen. En de prenten van illustrator Thé Tjong-Khing zijn beslist meesterlijk. Kinderen voelen er zich echt door aangesproken en dat is toch de bedoeling. Aan de basis van dit boek liggen de bijbelverhalen die Kolet Janssen schreef voor de godsdienstmethode ‘Tuin van Heden’, uitgegeven door Van In in Wommelgem. De verhalen uit het Oude Testament gaan onder meer over Abraham, Jacob, Jozef, Mozes, Samuel, David, Elia, de schepping en de profeten maar ook Job, de psalmen, de spreuken, Prediker en het Hooglied komen aan bod. Uit het Nieuwe Testament selecteerde Janssen zowel verhalen over Jezus als over de eerste christenen. Moeilijke verhalen ging Janssen beslist niet uit de weg. Op haar selectie is niets aan te merken. Het is een prachtboek. Kolet Janssen staat borg voor kwaliteit. Ze is niet aan haar proefstuk toe.

Theo Borgermans
Rknieuws.net 1.5.04

In de manier van schrijven van deze Vlaamse godsdienstlerares zal vooral de oudere jeugd zich vinden. Het is alsof de gebeurtenissen, die de bijbelteksten consequent volgen, vandaag-de-dag plaatsvinden. Frappant is bijvoorbeeld hoe de tien geboden – de leefregels die God aan Mozes heeft gegeven – worden geformuleerd. En zie eens hoe het hoofdstuk van de profeten begint.
In de weergave van de bijbelse geschiedenis wordt duidelijk hoe het heel gewone mensen waren. Op zoek naar de Messias. In heel toegankelijke taal wordt een aantal psalmen aangebroken. En wie van ons heeft ooit het begin van het Hooglied aldus gelezen: “Ik heb het verschrikkelijk te pakken: helemaal wild ben ik van die jongen. Ik denk voortdorend aan hem. Overal zie ik hem opduiken. Hij is geweldig, hij is fantastisch, hij is knap en lief en slim en edel, ik droom dag en nacht van hem.”
Het Nieuwe Testament krijgt evenzeer aandacht. De schrijfster begint met het bezoek van de engel aan Maria. Die reageert verbaasd. “Maar dat kan helemaal niet”, flapt ze eruit. “Jozef en ik zijn nog niet eens met elkaar naar bed geweest.” Gabriël knipoogde. “Voor God is niets onmogelijk. De Heilige Geest zal over je komen en de kracht van God zal je vervullen. Zo zal dit kind van God in je schoot groeien.” Bekijk dan de illustratie naast deze tekst. De engel Gabriël loopt daar op Maria af, die in een binnenplaatsje bezig is de was op te hangen!
Deze schrijster komt de eer toe het Boek der Boeken voor de oudere jeugd van nu toegankelijk en zeer aantrekkelijk te hebben gemaakt. Het verdient een zeer wijde verspreiding!

Joke Forceville-van Rossum
Samen Kerk juli-augustus 2004

Kolet Janssen geeft op vraag een lezing over geloofsopvoeding van (klein)kinderen.