Ik en de anderen
Voor leeftijd: 8 jaar en ouder (informatief)
Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Tine Vercruysse
Uitgegeven door Averbode
2001
64 pagina’s
ISBN 90-317-1711-8
Samenleven met andere mensen: het lijkt vanzelfsprekend, want we hebben elkaar nodig. Maar het is niet eenvoudig. Om als mens op een soepele manier met anderen te kunnen omgaan zonder daarbij jezelf volledig weg te cijferen, moet je als jongere heel wat sociale vaardigheden verwerven.
Leren luisteren naar elkaar, bijvoorbeeld. Of leren omgaan met kritiek of complimentjes. Of leren zorg dragen voor je eigen en andermans spullen.
In dit boek staat de relatie tussen de jongere en de mensen in zijn omgeving centraal. In het eerste deel ‘Ik in een groep’ wordt de interactie met andere jongeren besproken. De auteur behandelt thema’s als leiders en volgelingen, samenwerking, uitgesloten worden. In ‘Ik in mijn gezin’ en ‘Ik bij volwassenen’ komt onder meer ter sprake hoe je het beste afspraken maakt met ouders en leerkrachten, hoever je zelfstandigheid gaat…
Verkrijgbaar via
- de bibliotheek
Leesfragment
Ruth buigt zich vertrouwelijk voorover naar Melanie. ‘Weet je wat Hanne over jou vertelde? Dat jij snurkt als je slaapt!’ ‘Ik snurk helemaal niet!’ roept Melanie. Ze wordt rood van verontwaardiging. Heeft Hanne dat echt gezegd? Wat gemeen! Wacht maar, zij weet ook nog wel iets over haar te vertellen! Daar zal ze niet blij om zijn…
‘Hanne heeft zweetvoeten’, zegt ze samenzweerderig. ‘Echt?’ vraagt Ruth. ‘Hoe weet jij dat?’ ‘Ik heb eens bij haar gelogeerd’, vertelt Melanie. ‘Toen mocht ik op een matras bij haar op de kamer slapen. Maar haar vuile sokken lagen onder haar bed. Je hebt er geen idee van hoe die stonken! Net zo erg als beschimmelde kaas! Ik deed de hele nacht geen oog dicht en ik moest bijna overgeven…’
Ruth lacht. ‘Dat is erg! Misschien gaat ze daarom altijd apart zitten als we ons moeten omkleden voor de gymles. Ze is vast bang dat we haar beschimmelde kaasvoeten ruiken!’
Ruth en Melanie klemmen zich lachend aan elkaar vast. Hanne ziet het. ‘Wat zijn die twee daar aan het konkelfoezen?’ denkt ze ongerust.
Opdracht
Iets lelijks vertellen over iemand anders, dat doet iedereen weleens. Maar hoe ziet roddelen er precies uit? Het kan vele vormen aannemen! Bedenk bij elke vorm zelf een voorbeeld.
- Iets lelijks vertellen over iemand dat niet waar is.
- Iets rondvertellen waarover je beloofd had te zwijgen.
- Iets vertellen over iemand dat wel klopt, maar waarvan je weet dat hij of zij het niet graag heeft.
- Iets vertellen over iemand om ruzie te stoken.
- Iets vertellen over iemand om jezelf interessant te maken.
Recensie
Uitgangspunt van dit deel in de reeks ‘Sociale vaardigheden’ is de idee dat je kan leren ‘leven met elkaar in de dagdagelijkse realiteit’. Daartoe wordt in het boek een driedeling aangegeven met name: ik en de groep; ik in mijn gezin en bij vrienden; ik bij volwassenen. Deze driedeling is in de voorbeelden en verhalen in het boek niet zo duidelijk vol te houden. Dat kan ook moeilijk, want in de drie onderdelen gaat het om sociale vaardigheden die moeten geoefend worden. Het gaat om thema’s als coöperatief zijn, leider of volgeling zijn, omgaan met vrienden, belang van lichaamstaal, enz. Elk thema begint met een voorbeeld, dat wordt gevolgd door een korte theoretische uiteenzetting op niveau van de doelgroep en tenslotte zijn er opdrachten en denkoefeningen voor de gebruikers van het boek. Bij deze laatste gaat het vooral om vragen, stellingen en uitspraken waarmee de lezer zijn/haar eigen opvattingen moet vergelijken. De voorbeelden die gegeven worden, kunnen de doelgroep aanspreken. Sommige zijn bedoeld voor individueel gebruik, andere (bv. een rollenspel) zijn natuurlijk enkel in groepsverband bruikbaar. Opvallend goede voorbeelden worden gegeven waar de lezer het verschil moet uitzoeken tussen ‘uitlachen’ en ‘een grapje maken’ en ‘klikken’ en ‘iets vertellen over iemand wat je moet vertellen’. Prettig geïllustreerd en doeltreffend boekje.
Hilde Debacker
Vlabin 13.09.2001