Kolet Janssen

auteur

Mag ik even jouw hippocampus zien?


Voor leeftijd: 8 jaar en ouder (informatief)

Auteurs: Griet Van Vaerenbergh, Gert De Kinder, Kolet Janssen
Illustrator: Klaas Verplancke

Uitgegeven door Davidsfonds
2006
108 pagina’s
ISBN 90-5908-191-9

Antwoorden op psychologische vragen van kinderen 


mag hippocampus

Voor kleine vraagstaarten die altijd meer willen weten
Hoe ken je de weg als je slaapwandelt?
Zitten gevoelens in je buik of ook ergens anders?
Hoe kan je zo slim worden als Einstein?
Nadenken doe je over van alles en nog wat. Waar ben je mee bezig? Welke vraag stel jij je het vaakst? Voel je net een echte psycholoog. Duik je eigen hoofd in en verken je hersenen, je zintuigen, je gedachten en je gevoelens, je
persoonlijkheid en je bewustzijn.
Een team psychologen van de Lessius Hogeschool Antwerpen onder leiding van Griet Van Vaerenbergh en Gert De Kinder verzamelde een jaar lang de meest gestelde vragen van kinderen over zichzelf en de wereld.
En net op die piekervragen geven ze samen met Kolet Janssen grappige, logische en duidelijke antwoorden. Met grappige illustraties van Klaas Verplancke, winnaar van de Bologna Ragazzi Award en de Boekenpauw.

Verkrijgbaar via

Filmpje: Kolet Janssen vertelt over het boek ‘Mag ik even jouw hippocampus zien?’

Leesfragment
Waarom verdring je soms iets uit je geheugen en waarom lukt dit niet altijd?
Wat is precies verdringing? Sigmund Freud (spreek uit: f r o j t), een Oostenrijkse geleerde uit de vorige eeuw die het bewuste en onbewuste menselijke gedrag bestudeerde, zegt dat wij dingen verdringen om onszelf te helpen. Herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen, die veel pijn doen of ons bedreigen, stoppen wij volgens Freud zo ver mogelijk weg. Freud zegt dat we dit onbewust en automatisch doen, zonder erbij na te denken.
Of dit klopt, kun je niet helemaal bewijzen. Wel is het zo dat wij vervelende, negatieve gebeurtenissen sneller ‘vergeten’ dan prettige, positieve ervaringen. De leuke dingen onthouden we gewoon beter! Natuurlijk zijn negatieve gebeurtenissen niet hetzelfde als de pijnlijke ervaringen waar Freud over schrijft.
Iets met opzet vergeten, lukt meestal niet. Als je echt probeert een gebeurtenis met opzet te verdringen en te vergeten, ga je ze juist vaak nog beter onthouden! Geef jezelf maar eens de opdracht: ‘Denk niet aan een witte ijsbeer, denk niet aan een witte ijsbeer!’ Je zult merken dat je juist alleen nog aan een witte ijsbeer kunt denken… Jezelf bevelen om iets te vergeten, werkt dus niet. Want dan zit het ding dat je wilt vergeten voortdurend in je geheugen.
Sommige wetenschappers zeggen dat Freud ongelijk had en dat je iets niet onbewust, automatisch kunt verdringen. Kinderen die iets traumatisch hebben meegemaakt (bijvoorbeeld een heel erg auto-ongeval), hebben vaak wel herinneringen aan wat er gebeurd was. Het is heel moeilijk om uit te maken wie er nu gelijk heeft, want je kunt mensen niet in een experiment (een proef) met opzet iets traumatisch laten meemaken om dan na te gaan of ze wel of niet de gebeurtenis verdringen!
Hoe dan ook zullen mensen vaak proberen als er iets ergs gebeurd is, die herinneringen zoveel mogelijk opzij te schuiven, ook al lukt dat niet helemaal.

Recensie
Onder leiding van Griet Van Vaerenbergh en Gert De Kinder verzamelde een team van psychologen en studenten van het departement ‘Toegepaste Psychologie’ van de Lessius Hogeschool te Antwerpen de 100 meest pertinente vragen omtrent verschillende psychologische domeinen.
In dit boek beantwoorden zij de eerste 50 (niet voor de hand liggende) vragen van kinderen uit het 5de en 6de leerjaar van de basisschool.
Kolet Janssen hertaalde de antwoorden in een voor kinderen begrijpelijke taal.
Vragen en antwoorden over de hersenen, over groeien en ontwikkelen, over gevoelens, over ons bewustzijn, over gezin en opvoeding, enz. …
Netjes verdeeld in 10 hoofdstukken worden telkens 5 vragen beantwoord.
Vragen zoals “Hoe kan ik zo slim worden als Einstein?” of “Waarom hebben we gevoelens?” of “Groeien wij van boven naar onder of van onder naar boven?” of “Waarom scheiden ouders?” of … …
Janssen blijkt onderhand, na vorige boeken als ‘Waarom?’, ‘Seks, hoe voelt dat?’ en ‘Wat is familie?’ een patent te hebben op het formuleren van heldere antwoorden op moeilijke vragen met de nodige humor.
Want ook hier weer zijn haar antwoorden genuanceerd, vanuit een hedendaagse, pluralistische opvatting en met een volwassen houding naar kinderen toe. Daardoor is dit boek even geschikt voor volwassenen als voor kinderen.
Door haar milde humor en treffende vergelijkingen, én tevens door de grappige illustraties, is het boek nergens zwaar op de hand of saai. Maar integendeel verrassend, speels en boeiend.
Verplancke illustreert met verve de uitgebreide tekst. Met zijn typische bolle ogen-figuren creëert hij een eigenzinnig, absurd universum waarin hij vrijelijk associeert op de tekst.
Zo vullen tekst en illustraties elkaar perfect aan.
Ook de lay-out (door Peer de Maeyer) oogt fris en aantrekkelijk en verheft het boek tot een gegeerd hebbeding.
Een aanrader voor groot en klein dat vele vragen beantwoordt, maar er evenveel weer oproept. Waardoor het boek een lang leven beschoren is…

Eric Vanthillo
Pluizuit, oktober 2006

Kolet Janssen geeft op vraag een workshop ‘Filosoferen met kinderen’.