Kriebelbeestjes
Voor leeftijd: 10 jaar en ouder
Auteur: Kolet Janssen
Uitgegeven door Die Keure in de reeks Verrekijkerbieb 5
2016
24 pagina’s
ISBN 9789048625369
Een boek over de wondere wereld van de insecten
Zonder insecten zou onze wereld er heel anders uitzien!
Verkrijgbaar via Die Keure
Fragment
Ademen
Insecten ademen niet door hun mond, maar door kleine openingen op hun lijf die we ‘stigma’s’ noemen. Die zitten aan de zijkant van het borststuk en het achterlijf. Die stigma’s leiden naar luchtbuizen die de zuurstof naar overal in het lichaam brengen. Op dezelfde manier wordt kooldioxide weer afgevoerd.
Bloed
Het hart van een insect is een gespierde buis die bloed naar de kop pompt. In dat bloed zitten voedingsstoffen. Het haalt ook de afvalstoffen weg. Anders dan bij mensen zit er in het bloed van insecten geen zuurstof. Insectenbloed is niet rood, maar kleurloos of waterig groen of geel.
Spijsvertering
Het spijsverteringsstelsel van een insect is een lange buis die dwars doorheen zijn hele lijf loopt. Het eerste stuk is de voordarm: daar wordt het voedsel in kleine stukjes gemalen en gedeeltelijk verteerd. In het tweede stuk, de middendarm, worden de voedingsstoffen uit het voedsel in het bloed opgenomen. Alles wat niet verteerd wordt en alle afvalstoffen gaan naar het derde stuk of de einddarm. Daar worden het afval uit het lijf van het insect verwijderd.
Hersenen
Er zitten hersenen in de kop van het insect, maar er zitten ook nog kleine stukjes hersenen in de rest van zijn lijf. Daarom kunnen insecten soms nog verder lopen of vechten ook als ze in een gevecht hun kop al verloren hebben.
De informatie die binnenkomt van de ogen en de voelsprieten wordt verwerkt door de hersenen in de kop. Maar het aansturen van poten en vleugels gebeurt door de stukjes hersenen in het borststuk.