Kolet Janssen

auteur

Wolf is het beu

Voor leeftijd: 8 jaar en ouder
Auteur: Kolet Janssen
Illustrator: Aleksandra Krawczycka

Uitgegeven door Die Keure in de reeks Verrekijkerbieb 3

2015
24 pagina’s
ISBN 978 90 486 2282 5

Het sprookje van Roodkapje en de Wolf, maar dan helemaal anders …


Wolf is het beu
Een meisje met een rood mutsje moet naar haar oma met een mandje wafels. In het bos ontmoet ze een wolf. Maar vanaf dan loopt alles anders dan je denkt …

Verkrijgbaar via Die Keure

Fragment
Opeens hoort Roodkapje geritsel in de struiken. Een spitse kop komt tevoorschijn. Twee zwarte ogen kijken haar nieuwsgierig aan. Het dier opent zijn muil en lacht zijn tanden bloot.
-Goedemorgen, meisje!
Roodkapje blijft stokstijf staan. Is het een hond? Hij heeft een bruingrijze vacht. Maar hij is zo groot! En zijn kop is zo anders …
-Wie ben jij? vraagt ze argwanend.
-Mijn naam is Wibo Wolf. En hoe heet jij, lief meisje?
Hoe weet dat beest of ik lief ben, denkt Roodkapje. Maar ze steekt haar neus in de lucht, om niet te laten zien dat ze een beetje bang is.
-Ik ben Roodkapje!
Wibo Wolf lacht. Het klinkt alsof er kleine steentjes achter in zijn keel tegen elkaar rammelen.
-Mag ik een eindje met je meelopen, Roodkapje?
-Mij best, schokschoudert Roodkapje. Ik moet helemaal naar de andere kant van het bos. Daar woont mijn oma.

-Wat lief dat je op bezoek gaat bij je oma, glimlacht Wibo Wolf.
-Ik moet van mijn moeder, geeft Roodkapje toe. Oma is ziek en ik moet haar wafels brengen.

Wibo Wolf barst in lachten uit.
-Precies zoals in het sprookje! Daarom heb je natuurlijk ook dat rode mutsje op.
Roodkapje grist snel het rode kapje van haar haren en propt het in de zak van haar jas.
-Dat moet ik van mijn mama opzetten, zegt Roodkapje. Het is veilig, want je ziet mij al van ver met dat mutsje. En ze vindt rood perfect passen bij mijn zwarte haren. Zo lang ik me kan herinneren, maakt ze steeds weer rode mutsjes voor mij. Daarom noemt ze me zelfs Roodkapje. Terwijl ik eigenlijk gewoon Lisa heet. Maar iedereen noemt me intussen Roodkapje.

Roodkapje kijkt Wibo even aandachtig aan.
-Jij bent toch geen echte wolf, of wel? Mama zei dat ik moest oppassen voor de dieren in het bos. Maar tot nu toe heb ik hier alleen spechten en eekhoorntjes gezien.

Wibo Wolf buigt zijn hoofd.
-Je bent niet alleen lief, je bent ook nog slim, zegt hij. Ik moet opbiechten dat ik inderdaad een wolf ben.
Met wijd opengesperde ogen kijkt Roodkapje hem aan. Ze klemt haar handen om het hengsel van het mandje met wafels. Maar eigenlijk is ze eerder bang dat de wolf zijn tanden in haar billen zal zetten.