Mark Eyskens: ‘We moeten steeds meer gaan lijken op God.’
9 september 2010
‘Mondeling Examen’ is een reeks gesprekken van Kolet Janssen en Rebekka Jonkers met hoogleraren over werk en leven, gezin en geluk, verleden en toekomst, waarden en opvoeding, geloof en religie, het onverwachte en de dood. Sinds begin september is het boekje Mondeling Examen – Mark Eyskens te koop bij Acco.
Dit is het vierde boekje in de reeks. De vorige boekjes ‘Mondeling Examen’ waren met Marc Vervenne, Antoon Vandevelde, en Patrick Develtere. De boekjes zijn te koop in de Acco boekhandels voor 7,50 €. Op de website hieronder kunt u ook videofragmenten uit de interviews bekijken.
http://www.kuleuven.be/up/mondelingexamen/mondelingexamen.html
Uit: http://dagkrant.kuleuven.be/?q=node/8516
“Ik neem afstand van een causalistische, scheppende God in de fysische betekenis van het woord want dan loop je onvermijdelijk vast in het probleem van het kwaad. Ik ben daarin schatplichtig aan Teilhard de Chardin. Ik vervang een causalistische godsopvatting door een finalistische godsopvatting. God is not the great creator, He is the great attractor. In het Genesis-verhaal wordt de mens geschapen naar het beeld van God. Maar voor mij is dat een toekomstbeeld. Wij zijn geroepen tot divinisatie. We moeten steeds meer gaan lijken op God. Dat is ons hiernamaals, onze verrijzenis. De God van Christus is een God van waarden: onbaatzuchtige liefde, erbarmen, het streven naar waarheid en naar schoonheid. Ook als je luistert naar Bach of kijkt naar een mooi schilderij, zit daar iets transcendents in. Muziek is een fysisch verschijnsel: frequenties en klanken. Maar daaruit ontstaat een gevoel wat de fysische werkelijkheid overstijgt. Daarin schuilt dus ook een boodschap van transcendentie. De waarden van de christelijke God ontsnappen volledig aan wetenschappelijke duiding en verklaring. Er bestaat geen wetenschappelijke formule die de liefde cijfermatig tot uiting brengt. Er is geen algebraïsche functie om rechtvaardigheid te beschrijven. Het conflict tussen wetenschap en geloof is dus onmogelijk zodra het geloof zich concentreert op deze goddelijke waarden. Er is geen botsing tussen geloof en wetenschap, tenzij men een totaal verkeerde opvatting heeft over God en geloof.”