Marta stopt alles in haar soep
30 juni 2017
(foto Filip Naudts)
Hoeveel vrouwen overal ter wereld gebruiken uien als ze ongestoord wilden huilen? Lees verder in een zomer vol vrouwen. Bijbelse vrouwen van nu.
MARTA (of de vrouw die alles in haar soep stopt)
Hoeveel vrouwen overal ter wereld gebruikten uien als ze ongestoord wilden huilen?
Officieel kwam hij spreken over het klimaat en de zorg voor de aarde. Maar ze lazen al jarenlang zijn artikels en ze wisten dat hij het over een nieuwe manier van leven zou hebben. Een ander contact met jezelf dat automatisch meebracht dat je op een andere manier omging met de wereld om je heen. Tenminste, dat was wat Marta ervan had begrepen.
Terwijl ze zijn stukken las, raakte ze altijd overtuigd en opgewonden, vervuld met een vuur dat haar kracht zou geven voor een nieuwe start in het leven. Maar als ze klaar was met lezen en ze er iets over wilde vertellen aan haar man of haar volwassen kinderen, wist ze de woorden niet te vinden. Alles wat ze zei, klonk dan vaag en wazig en ze slaagde er niet in om ook maar iemand geïnteresseerd te krijgen. Ze wist niet of het de andere mensen van haar leesgroep ook zo verging.
Een jaar of acht geleden waren ze met de leesgroep gestart. Ze lazen samen een boek of een artikel over een actueel thema. Om de beurt mochten de leden iets voorstellen. Daarna discussieerden ze er samen over. Karel en Ludwine hadden meestal heel uitgesproken, vaak tegengestelde, meningen en dat zorgde voor leven in de brouwerij. Vorig jaar hadden ze een dun boekje gelezen van de spreker van vanavond en toen was het idee ontstaan om hem in de dorpszaal uit te nodigen voor een lezing. De plaatselijke bibliotheek zat mee in de organisatie. De leden van de leesclub hoefden alleen de praktische kant te verzorgen: de zaal een beetje aankleden, een microfoon, een bloemetje voor de spreker. Na afloop zou er soep zijn voor iedereen, hadden ze bedacht. Want in zijn artikels had de spreker het regelmatig over soep als een miskende voedselsoort, die in zijn ogen de kiem kon zijn voor een eerlijke omgang met de aarde én voor verbondenheid tussen de mensen. De soep moest uiteraard gemaakt worden van biologische groente. En de soep moest vers zijn, geen opgewarmde diepvrieskost. Er was een keukentje bij de dorpszaal, dus daar zou de soep gekookt worden.
Marta en Marie zouden voor de soep instaan. ‘Ik doe de boodschappen wel’, had Marie beloofd. Maar op de middag kreeg Marta telefoon. ‘Mijn moeder is weer gaan rondwandelen in het rusthuis vannacht’, zei Marie. ‘Ze is bij twee andere bejaarden binnengevallen en daarom willen ze me vandaag dringend spreken. Ik moet ernaartoe, ik moet voorkomen dat ze haar daar buitenzetten. Maar ik ben zeker op tijd om mee soep te koken vanavond. Ik kan alleen geen boodschappen doen…’
Marta beloofde dat ze ervoor zou zorgen. Ze had op haar werk een overleg tot vijf uur, daarna kon ze met de fiets naar de biowinkel rijden. Maar het overleg liep uit en in de biowinkel was de prei zo slap en geel, dat ze besloot om naar de supermarkt te gaan. Ze kocht er uien, prei, courgette en broccoli. Niks bio, gewoon de groente die er oké uitzagen. Haar fietstassen puilden uit. Ze sleepte alles naar het keukentje van het dorpscentrum. Daar zette ze vier grote kookpannen op het vuur en begon de prei te wassen en in stukken te snijden. De vertrouwde geur maakte haar rustig. Drie kwartier voor het begin van de lezing viel Marie hijgend binnen, zichtbaar in een rothumeur. ‘Urenlang gezanik van een maatschappelijk werkster die net van school is en dan ook nog file’, zei ze nijdig. ‘Waar liggen de snijplanken?’
Een kwartier later hoorden ze de stem van Ludwine, zoals altijd net iets te hoog en te luid. Marie ging even kijken. ‘De spreker is er’, zei ze met een zalige glimlach op haar gezicht. ‘Ik ga even kennismaken, ben dadelijk terug.’ Ze kwam niet meer opdagen. Marta begon aan de uien. Ze schilde en hakte en liet de tranen uit haar ogen lekken. Hoeveel vrouwen overal ter wereld gebruikten uien als ze ongestoord wilden huilen? Waarom was zij altijd de sloof? Ze liet net de boter smelten, toen Ludwine de keuken binnenstormde. ‘Onze spreker heeft nog niet gegeten’, zei ze gejaagd. ‘Heb jij misschien iets voor hem?’ ‘De soep is nog niet klaar’, zei Marta kortaf. Ze verdeelde de gehakte uien over de vier pannen en genoot ondanks alles van de verleidelijke geur. ‘Waar is Marie?’
Ludwine glimlachte. ‘Helemaal in de ban van onze spreker’, zei ze. ‘Als die begint te vertellen, verdwijnt al de rest op de achtergrond.’ Ze vond een paar crackers in de kast. Haar oog viel op de broccoli. ‘Is dat biogroente?’ vroeg ze argwanend. Ze pakte een stronk en bestudeerde de blister. ‘Nee, die was niet te vinden’, zei Marta geforceerd nonchalant. Wie geen hand uitstak naar de soep, hoefde er ook geen commentaar op te leveren. ‘Wat afschuwelijk!’ zei Ludwine geschokt. ‘Ik weet bijna zeker dat hij het zal merken… Hij is zo fijngevoelig. En hoe moeten we dat uitleggen?’ Ze verdween hoofdschuddend weer naar de zaal.
Marta roerde de prei onder de gestoofde uien en begon de courgettes in stukken te hakken. Marie sprong de keuken binnen. ‘Lukt het?’ vroeg ze vrolijk. Zonder het antwoord af te wachten, scheurde ze een paar vellen keukenpapier van de rol en liep weer naar de deur. ‘Beetje water gemorst’, zei ze. ‘Zo’n interessante man! Je moet opschieten, zo meteen begint de lezing!’
Marta haalde diep adem. Ze rukte met meer geweld dan nodig de blisters van de broccoli, hakte de stronken in stukken en gooide ze in de pannen. Zout, bouillon en water erbij, en nu alles aan de kook brengen. Als ze de soep in de pauze kwam mixen, zou alles klaar zijn na afloop van de lezing. Ze draaide het vuur onder de vier pitten hoog. Hopelijk was de soep snel aan de kook, dan kon ze de vuren lager zetten en gaan luisteren.
Toen viel met een droge tik de stroom uit. Nergens nog licht. Ook haar elektrische kookvuren deden het niet. De paniek sloeg toe: zo kon ze onmogelijk soep maken! Ze hoorde stemmen uit de zaal. Karel viel binnen met zijn gsm in zaklampstand. ‘Schakel die vuren uit!’ beval hij. Even later vond hij op de gang de hoofdschakelaar en het werd weer licht. Karel stak zijn hoofd om de keukendeur. ‘Je mag geen vier vuren tegelijk op maximum zetten’, zei hij. ‘Dan valt de stroom weer uit.’ ‘Maar hoe kan ik dan soep koken?’ riep Marta uit. Karel haalde zijn schouders op.
Marta haalde diep adem. Ze zette de vier kookplaten op halve kracht, maar zo kreeg ze geen enkele pan aan de kook. Dan maar met twee pannen op de hoogste stand. Dat lukte. ‘De lezing is begonnen, de zaal zit bijna vol’, zei Marie, toen ze even binnensprong. Ze gooide snel de lege broccoliblisters in de vuilnisbak. ‘Wegwerken van bewijsmateriaal’, grinnikte ze. Toen verdween ze weer, zonder zelfs maar te vragen of Marta niet ook wilde gaan luisteren.
Marta zette de deur op een kier. Misschien kon ze zo horen wat de man zei. Er was tenslotte een micro. Maar ze zag Ludwine vooraan in de zaal omkijken en haar hoofd schudden. Ze wees naar haar neus. Konden ze de soep ruiken? Vast wel, maar wat was daar in godsnaam mis mee? Ze sloot de deur weer, roerde in de twee kokende pannen en legde alvast de mixer klaar. Met een beetje geluk zou ze ook de twee laatste pannen wel tijdig klaar krijgen. Alleen de lezing zou ze missen.
Ze herinnerde zich opeens een stuk uit een tekst van de spreker dat haar was bijgebleven. ‘Als je droomt van een wereld waar het beter is, moet je alvast beginnen te leven zoals je dat in die wereld zou doen’, had ze gelezen. ‘Als je droomt van minder auto’s, moet je zelf alvast gaan fietsen. Als je droomt van minder privé-bezit, moet je zelf meer spullen delen. Zo eenvoudig is het. Hoe meer mensen zo gaan leven, hoe dichter je droomwereld dichterbij komt.’ Ze had het een mooie gedachte gevonden. Marta zette de gemixte soep op het aanrecht en draaide het vuur hoog onder de twee volgende pannen. ‘Van wat voor een wereld droom ik?’ zei ze zachtjes voor zich uit. Ze pakte een lepel, blies voorzichtig en proefde van haar soep. Heerlijk. Vol en kruidig. Het was een perfecte combinatie, dat wist ze uit ervaring.
‘Ik droom van een wereld vol soep’, lachte ze zachtjes. Soep was troost, als je het even niet zag zitten. Soep was gezellig, met grote kinderen of vriendinnen. Soep kon chic zijn, met een paar artistieke sprieten bieslook of een krul room erop. Soep verwarmde je als je het koud had. Soep vulde je maag als je honger had. Soep lag nooit zwaar op je lever. Je kon er overal mee aankomen. Soep was vriendelijk en zonder pretentie, maar toch vervullend. Hoe vaak had ze problemen niet voorkomen, gesust of zelfs opgelost met een kop warme soep?
Ze hoorde aan het applaus dat de lezing afgelopen was. De deur van de keuken ging open en daar stond de spreker. Ze waren opeens allebei verlegen. ‘Ik zoek het toilet’, aarzelde hij. ‘Dat is één deur verder’, wees Marta. ‘Sorry dat ik niet ben komen luisteren, ik maakte de soep’, legde ze uit. De man lachte. ‘Ik wil straks graag een kop, ze ruikt heerlijk’, zei hij en was weer weg.
Een wereld vol soep, dacht Marta. Dit was een goede avond om ermee te beginnen.
Marta in de Bijbel
In het evangelie volgens Lucas lezen we over twee zussen, Maria en Marta, bij wie Jezus als vriend op bezoek gaat. Maria hangt aan zijn lippen, en laat het praktische werk van de maaltijd helemaal over aan haar zus Marta. Marta protesteert: ‘Heer, laat het U koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dat ze mij komt helpen.’ Maar Jezus zet haar op haar nummer. ‘Marta, Marta, je maakt je bezorgd en druk over van alles, maar slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen en dat zal haar niet worden ontnomen.’
In dit verhaal laat Marta zien hoe je ook met soep de wereld kunt veranderen…
Joachim Beuckelaer schilderde ‘Jezus bij Marta en Maria’ in 1565 (Oldmasters Museum, KMSK, Brussel).
Lees het verhaal van Marta en Maria in Lucas 10,38-42.