Kolet Janssen

auteur

Allemaal mensen

14 september 2018

Wie kan alle mensen in zijn hart sluiten? Lees het in mijn column in TGL 5.

Allemaal mensen

Voor mensen is het niet eenvoudig om je in te leven in hoe het moet zijn om God te zijn. Ik kom het dichtst in de buurt op heel drukke plekken waar het krioelt van de mensen. In het spitsuur op een station van een middelgrote stad. Op een zaterdagnamiddag in een winkelwandelstraat. Of in de aankomsthal van de luchthaven, zoals in de prachtige begin- en eindgeneriek van de film Love Actually. (https://www.youtube.com/watch?v=cUoxXpqof8A)

Mensen lopen er door elkaar, alleen of in groepjes. Ze hebben een doel, een trein om te halen of een boodschap te doen. Als je in het midden van het gewoel stil blijft staan, hoor je flarden van gesprekken voorbij waaien. Mensen vertellen elkaar over belangrijke ditjes en datjes, allemaal, zonder ophouden. Ze lachen of kijken ernstig. Ze luisteren naar elkaar en knikken. Ze buigen zich naar elkaar toe of hurken neer bij hun kinderen. Ze lopen gearmd of hand in hand of gewoon naast elkaar. Wie alleen is, praat vaak in zijn mobiele telefoon en loopt met een dromerige glimlach langs. Ze maken handbewegingen die hun gesprekspartner aan de andere kant van de lijn niet kan zien, maar waar ik dubbel van geniet. In de ogen van velen zie je de ontmoetingen waar ze vandaan komen of naar uitkijken. Al die mensen hebben een leven vol geregel en gedoe, vol andere mensen waar ze iets mee hebben ook. Het neemt hen helemaal in beslag.

Ik vind het bijzonder ontroerend om al die mensen bezig te zien. Ik weet dat ik er zelf heel goed in pas, ook druk in de weer met mijn eigen regelarijen en afspraakjes. Al die mensen, het is een wonder. Allemaal kinderen van God, bezig met voor zichzelf en de mensen om hen heen wat geluk te verzamelen zodat hun hart warm wordt en ze weer verder kunnen. Je ziet veel meer liefde en vriendschap dan ruzie op die plekken.

Hoe heerlijk is het als in al dat menselijk gewriemel opeens een bekend gezicht opduikt, dat openbreekt in een grote glimlach als het jou herkent. Misschien volgt er een handdruk, een omarming of een zoen. Als er tijd is, een kort gesprek. Anders een hartelijke zwaai en een paar woorden.

Ik kan onmogelijk al die mensen in mijn hart sluiten, dat kan en doet alleen God. Een menselijk hart is beperkt, al zit er gelukkig wel veel rek op. Het kost in feite verbazend weinig moeite om genereus te zijn als iemand beroep op je doet, ook al is het iemand die je niet of nauwelijks kent. Hier of aan de andere kant van de wereld, dat maakt niet echt uit. We zijn allemaal mensen. En soms kruisen onze paden elkaar en gunnen we elkaar een blik van herkenning, een helpende hand, een korte ontmoeting. Om vervolgens weer in de anonimiteit te verdwijnen. Zoals mijn oma die vroeger veel met de bus reisde en telkens het levensverhaal meebracht van iemand die ze kort als medepassagier had ontmoet.

Allemaal mensen, allemaal kostbaar in de ogen van God. Zoals het boek Jona het zo mooi zegt in zijn slotregels: Zou ik (God) dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?

Misschien weten we niet veel van God. Maar van één ding kunnen we zeker zijn: hij heeft een hart, dat groot genoeg is om alle mensen en nog veel meer in op te nemen. Voor God zijn we allemaal dichtbij.

TGL 5

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.