Mosterdzaadjes – De boer die zaaide
23 juli 2023
Op een dag was Jezus weer aan de oever van het meer aan het spreken tot een hele grote groep mensen. Ze kwamen steeds dichterbij, omdat ze alles wilden horen wat Jezus zei. De vrienden van Jezus probeerden de mensen achteruit te sturen, omdat ze Jezus bijna in het water duwden, maar ze luisterden niet. Petrus zag wat er gebeurde en haalde een bootje. Daar stapte Jezus in. Filippus en Petrus duwden het bootje een eindje van de oever. Zo kon iedereen Jezus zien en horen.
De mensen keken Jezus afwachtend aan. Heel vreemd was dat altijd, zoveel mensen die bijna doodstil naar Jezus luisterden.
‘Er was eens een boer die ging zaaien’, begon Jezus. Een paar mannen glimlachten. Dat kenden ze, zaaien was iets wat ze vaak deden en waar ze alles van af wisten. Jezus ging verder: ‘De boer strooide het zaad uit over zijn akker. Maar een deel van het zaad viel op het pad. Meteen schoot er een troep vogels op af die het zaad opaten. Een ander deel van het zaad viel op het dunne laagje grond bovenop de rotsen aan de zijkant van de akker. Het schoot wel op, maar de aarde was daar niet diep genoeg en het kreeg niet genoeg wortels. Toen de zon een dag fel scheen, verdorden die plantjes. Nog een ander deel van het zaad kwam tussen de distels terecht. De distels schoten veel sneller op dan het zaad en ze verstikten de jonge plantjes. De rest van het zaad kwam in goede aarde terecht. Het kwam op, groeide uit, en leverde een heleboel vrucht op: wel dertig, zestig of honderd keer zoveel als de boer had gezaaid.’ De mannen in de menigte knikten: ja, zo ging het precies als je zaaide.
’s Avonds zaten de vrienden rustig samen met Jezus. De mensen waren allemaal naar huis gegaan. ‘Wat wilde je nu eigenlijk zeggen met dat verhaal over zaaien?’ vroeg Petrus.
‘Begrijpen jullie dat niet?’ vroeg Jezus verwonderd. ‘Ik bedoel het zo: het zaad is het goede nieuws over God en de mensen, alles wat ik jullie vertel. Bij de mensen op het pad dringt mijn goede nieuws niet door. Meteen als ze het horen, laten ze kwade gedachten toe in hun hart die het nieuws doen verdwijnen. De mensen op de rotsgrond zijn heel blij als ze mijn goede nieuws horen. Ze vertellen erover tegen iedereen die ze ontmoeten. Maar het gaat niet diep, ze hebben geen wortels. Zolang ze luisteren, zijn ze blij, maar als het lastig wordt om te doen wat ik gezegd heb, laten ze het nieuws weer los. De mensen tussen de distels zijn mensen die mijn woorden wel gehoord hebben en er iets voor voelen, maar later vergeten ze het weer omdat ze al hun tijd besteden aan andere dingen: zorgen voor lekker eten en mooie kleren en hoe ze zo snel mogelijk rijk kunnen worden. En de mensen van de goede aarde hebben mijn goede nieuws gehoord en in zich opgenomen. Zij leven ernaar en doen veel goeds: ze dragen dertig, zestig, zelfs honderd keer vrucht.’
De vrienden waren er stil van. Bij welke mensen zouden zij horen, vroegen ze zich af. Niet altijd bij de laatste groep, moesten ze toegeven. Wat Jezus vroeg, was niet altijd gemakkelijk …
Naar Marcus 4,1-20 en Matteüs 13,1-23
Uit: Hosanna. Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 191-192
Denkvraag
Stel: je loopt voorbij een groepje kinderen waar iemand gepest wordt. Wat doe je als je het pad bent, of de rots, de distels of de goede aarde?
Doe-tip
Leg in een bakje een platte steen, een potje met droge, aangedrukte aarde en een potje met vochtige aarde. Strooi er tuinkerszaadjes overheen en kijk waar ze het beste uitkomen.
Gebed
Help ons om goed te zijn.
Elke dag opnieuw.
Open ons hart
voor wat jij ons zegt.
Dankjewel om zoveel van ons te houden
en om in ons te blijven geloven.
Amen.