Kolet Janssen

auteur

Manna – De zegen

13 december 2023

© Roel Ottow

Een leugentje om bestwil?

Vader Isaak was oud geworden. Hij lag vaak te rusten. Hij zag haast niets meer en kon niet meer jagen. Op een dag nam moeder Rebekka haar zoon Jakob apart.  ‘Hoor eens’, zei ze gejaagd. ‘Je vader gaat zijn zegen voor de oudste aan Esau geven. Ik heb ze afgeluisterd. Hij heeft aan Esau gevraagd om op jacht te gaan en een stuk wild te schieten en dat voor hem klaar te maken. Je weet hoe gek hij daarop is, ook al heeft hij bijna geen tanden meer. En dan zal hij Gods zegen aan Esau geven.’

Jakob haalde zijn schouders op. Zijn vader trok er zich niets van aan dat hij nu het eerstgeboorterecht had, sinds Esau het geruild had voor een kop linzensoep. Hij bleef Esau gewoon als de oudste beschouwen.

‘Luister, Jakob’, zei zijn moeder. ‘Haal een paar geitenbokjes bij de kudde. Slacht ze en breng het vlees naar mij. Dan maak ik het klaar als een jachtschotel, zoals je vader het graag heeft.’

‘Maar mama, dat kan ik toch niet doen!’ protesteerde Jakob. ‘Vader zal meteen merken dat ik het ben! Dan krijg ik geen zegen, maar een vervloeking.’

‘Doe nu maar wat ik zeg, ik help je wel’, drong zijn moeder aan. En dat deed Jakob. Zijn moeder wikkelde de harige huid van de geitenbokjes over zijn hals en zijn handen, zodat zijn vader zou denken dat hij Esau was. Ze liet hem Esau’s extra kleren aantrekken. Ze maakte het vlees klaar als een jachtschotel en duwde het in zijn handen. ‘Vooruit’, fluisterde ze. ‘Schiet op, zorg dat je klaar bent voordat Esau terugkomt!’

Jakob strompelde naar binnen. Daar zat vader. Jakob schraapte zijn keel. ‘Vader, hier ben ik met het wildgebraad’, zei hij.

Vader fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wie ben jij?’ vroeg hij.

‘Ik ben Esau, ik heb gedaan wat je me gevraagd hebt’, zei Jakob. Hij zette het geurige bord met vlees op zijn schoot.

Vader greep zijn armen vast. ‘Hmm,’ zei hij, ‘ik dacht even dat ik de stem van Jakob hoorde, maar je hebt de huid van Esau.’ Hij at van het vlees. ‘Lekker’, zei hij. ‘Wat ben je snel terug!’

‘God liet het dier vlak voor mijn voeten lopen’, loog Jakob.

Toen vader Isaak klaar was met eten, zei hij: ‘Kom, Esau, kom hier dichtbij me zitten.’ Hij legde zijn hand op het hoofd van Jakob. ‘Ik zegen je met de zegen van God’, zei hij. ‘Met jou zal alles verdergaan.’

Het bloed ruiste in Jakobs oren. Hij hoorde niet meer wat zijn vader verder nog zei. Het was gelukt. Hij was voorgoed in de plaats van Esau gestapt.  Vader Isaak viel in slaap. Jakob sloop naar buiten.

Even later kwam Esau, met zijn eigen wildgebraad. Vader Isaak was in de war. ‘Wie ben jij?’ vroeg hij. ‘Ik ben Esau natuurlijk!’ riep Esau. ‘Je hebt mij toch gevraagd om wildgebraad klaar te maken zodat ik je zegen kon krijgen?’

‘Maar hier was al iemand…’ stamelde zijn vader. ‘Ik heb mijn zegen al gegeven, ik dacht dat jij het was!’

‘Wat?’ riep Esau uit. ‘Dat moet Jakob geweest zijn! Die was altijd al uit op mijn eerstgeboorterecht. Vader, geef mij toch ook je zegen.’

‘Mijn zegen heb ik aan hem gegeven’, zei vader. ‘Jij bent ook gezegend, maar met hem zal de belofte verdergaan.’

‘Die onderkruiper!’ schreeuwde Esau. ‘Waar is hij, dat ik al zijn botten breek!’

Jakob stond trillend van angst achter het tentzeil. Hij schrok van een hand op zijn arm. Het was zijn moeder. ‘Je moet weg’, zei ze. ‘Ga naar mijn broer Laban, hier ver vandaan, daar ben je veilig.’

Jakob en zijn moeder omhelsden elkaar. Ze gaf hem eten mee voor onderweg, en een deken. Toen vertrok Jakob. Misschien zou hij zijn moeder nooit meer zien. Hij vroeg zich af of die zegen dat wel waard was.

Naar Genesis 27

Uit: Hosanna. Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 21-22

Denkvraag

Oneerlijk zijn om iets te krijgen wat je heel graag wilt, gebeurt dat nu ook nog? Vertel erover!

Doe-tip

Echte vrienden herkennen elkaar blindelings. Doe iemand van je groep een blinddoek om. Om de beurt gaat een van de anderen voor hem of haar zitten. De geblinddoekte mag voelen en zo achterhalen wie het is. Wie het meeste vrienden kan herkennen, wint!

Daarna probeer je het zonder voelen, maar door te luisteren naar de stem van de ander. Telkens iemand anders van de groep.

Wat is het makkelijkst?

Om het moeilijk te maken mogen de deelnemers van trui of jas wisselen met elkaar of hun kapsel veranderen (haren in een staart doen, er gel indoen). Je mag je bril afzetten.

Gebed

Lieve God,
Jakob wil zo graag bij jou horen,
dat hij iets onvergeeflijks doet.
Zijn broer is heel kwaad op hem.
Dat zal hij moeten goedmaken!
Jij zegent ons allemaal.
We zijn allemaal jouw kinderen
en zo mogen we leven.
Amen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.