Kolet Janssen

auteur

Manna – Mozes in dienst van de farao

31 januari 2024

© Roel Ottow

Jozef kent iets van dromen.

Farao lag in zijn bed. Hij droomde luidop:

‘Daar is de Nijl. Er komt iets uit het water… Het zijn koeien: één, twee, vier, zeven! Zeven mooie, dikke koeien. Ze grazen in het gras langs de oever. Maar kijk, daar komen nog meer koeien uit de Nijl. Alweer zeven! Maar nu zijn het lelijke, magere dieren. De magere koeien lopen naar de dikke koeien. O nee! De lelijke, magere koeien eten de mooie, dikke koeien allemaal op. En ze blijven even mager…’

Farao schrok wakker. ‘Wat een afschuwelijke droom!’ mompelde hij. Hij dronk een glaasje water. Daarna ging hij weer slapen. Hij droomde opnieuw:

‘Ik zie een veld met korenaren. Uit één korenhalm komen zeven zware, prachtige aren. Maar daarnaast, wat is dat? Daar schiet een andere korenhalm op, met zeven dunne en spichtige aren. Ze worden verschroeid door een droge wind. En kijk nu: de zeven spichtige aren slokken de zeven volle aren helemaal op.’

Weer schoot farao in paniek wakker. Wat betekenden die akelige dromen toch?

De farao liet alle geleerden uit zijn land bij hem komen. Hij vertelde zijn dromen. Geen van die slimme mannen kon een goede uitleg geven. De farao stuurde hen weer weg. De opperschenker dacht ineens aan Jozef, waarmee hij vroeger nog in de gevangenis had gezeten. Die kon goed dromen uitleggen! Hij vertelde het aan de farao. En die wilde Jozef wel eens zien.

Jozef was nu al dertig jaar. De farao liet Jozef uit de gevangenis halen. Hij kreeg een bad en schone kleren en werd toen bij de farao gebracht. De farao vertelde zijn dromen over de koeien en de aren. Hij vroeg Jozef wat ze betekenden.

Jozef antwoordde: ‘De twee dromen  betekenen hetzelfde. De zeven dikke koeien en de zeven volle aren zijn zeven goede jaren. Die jaren komen eerst. Er zal overal een goede oogst zijn en iedereen zal genoeg te eten hebben. Dan komen er zeven jaren waarin de mensen honger zullen lijden omdat de oogst slecht is. Dat zijn de magere koeien en de dunne aren in uw dromen. Er zal niets meer overblijven van de overvloed van de vorige jaren. Daarom zou u iemand moeten hebben die alles in het oog houdt. Iemand die de eerste zeven jaar een voorraad kan aanleggen, zodat de mensen daarna niet van honger moeten sterven .

De farao was heel blij met de uitleg van Jozef.

De farao zei: ‘Ik heb een verstandige man nodig om alles goed te regelen voor de komende jaren. Wie zou ik beter benoemen dan Jozef? Alles wat hij gezegd heeft, was wijs. En het is nu wel bewezen dat God aan zijn zijde staat en hem helpt.’ Dus stelde farao Jozef aan als onderkoning.

Meteen begon Jozef het hele land door te reizen. Tijdens de jaren van overvloed liet hij in elke stad grote voorraadschuren bouwen en hij stopte ze vol met alle mogelijke levensmiddelen die je maar kunt bewaren. Er was die jaren een ongewoon grote oogst, zodat het niet moeilijk was om de voorraadschuren te vullen.

Na de zeven jaren van overvloed kwamen zeven jaren van hongersnood. In alle landen hadden de mensen honger, alleen in Egypte was er voedsel. Want Jozef verdeelde het voedsel uit de voorraadschuren aan de mensen die honger hadden. Ook uit de landen rondom Egypte trokken de mensen naar Egypte om graan te kopen. Want er heerste een verschrikkelijke hongersnood over de hele wereld. In het eerste jaar van overvloed kregen Jozef en zijn vrouw Asnat twee zonen: Manasse en Efraïm. ‘Nu kan ik alle verdriet vergeten dat ik heb meegemaakt’, zei Jozef. ‘Egypte, het land van mijn ongeluk, is het land van mijn geluk geworden!’

Naar Genesis 41

Uit: Hosanna. Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 28-29

Denkvraag

Doe jij soms ook aan vooruitkijken voor wat je later nodig hebt? (spullen, tijd, geld…) Vertel erover.

Doe-tip

Speel het spelletje ‘magere koe’. De spelleider kondigt het spel aan. Hij/zij vraagt aan twee spelers om naar buiten te gaan. Een voor een komen de twee spelers terug bij de groep. Ze  krijgen drie kansen om de magere koe te vinden. Ze moeten goed luisteren als de koeien ‘boe’ roepen en dan zullen ze de magere koe vinden. Ze tellen 1, 2, 3 en dan moeten alle spelers ‘boe’ roepen. Maar natuurlijk vindt de speler de magere koe niet, want alle spelers loeien hetzelfde. Dan moet hij bij de groep gaan zitten en meeloeien met de anderen. De tweede speler die binnenkomt, doet hetzelfde. Maar er is afgesproken dat de koeien bij de derde keer niets zullen roepen. Alleen weet de speler die buiten was dat niet en hij loeit dus wel. De tweede speler vindt dus zijn magere koe…

Gebed

Lieve God,

Soms brengt een tegenslag of een mislukking later toch nog iets goeds mee.
Help ons om op jou te blijven vertrouwen,
ook als we verdriet hebben of het niet meer zien zitten.
Jij blijft altijd bij ons.
In het leven komen er altijd weer nieuwe kansen.
Leer ons om die altijd te kunnen zien.
Amen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.