Manna – De tiende plaag en de tocht door de Rietzee
26 maart 2024
Dwars door de zee op weg naar een vrij leven.
Toen zei God tegen Mozes: ‘Nog één plaag zal ik naar farao en Egypte sturen, dan zullen ze jullie wel laten gaan. Vannacht zullen alle eerstgeborenen sterven. Zeg tegen het volk dat ze gebraden lamsvlees moeten eten en brood dat de tijd niet heeft gehad om te rijzen. Met het bloed van het lam dat ze geslacht hebben, moeten ze de deurposten langs buiten insmeren. Dat zal een teken zijn dat daar joden wonen, en dat bij hen geen eerstgeborenen moeten sterven.’
De joden deden wat God hen vroeg. In die nacht stierven overal de eerstgeborenen van Egypte: het oudste kind van elk gezin, en ook elk eerstgeboren dierenjong. De Egyptenaren waren vreselijk verdrietig en ze joegen de joden weg uit Egypte. De joden vertrokken allemaal samen. Mozes nam het gebeente van Jozef mee naar het land waar ze naartoe zouden trekken.
God trok voor hen uit om hen de weg te wijzen: overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een vuurzuil, zodat ze licht hadden. Zo konden ze dag en nacht verder trekken.
Intussen had farao spijt gekregen dat hij het volk had laten gaan. Hij zette de achtervolging in met zijn hele leger: duizenden paarden en strijdwagens, wagenmenners en soldaten. Sommige joden kregen schrik toen ze het leger van farao in de verte zagen aankomen. Ze waren net bij de Rietzee aangekomen. ‘We waren beter in Egypte gebleven!’ riepen ze uit. ‘Je had je niet met ons moeten bemoeien, Mozes. Het is altijd nog beter om te leven als slaven dan om te sterven in de woestijn!’
Mozes zei: ‘Jahwe onze God zal ons niet in de steek laten. Jullie zullen zien dat hij ons helpt.’
En op bevel van God strekte Mozes zijn hand uit over de zee. God liet een hevige oostenwind waaien en het water spleet vaneen en de grond werd droog. De joden konden over het droge land naar de overkant trekken, terwijl het water links en rechts van hen als een muur omhoog stond.
De Egyptenaren achtervolgden hen zo snel als ze konden. Alle paarden en wagens en wagenmenners en soldaten stormden achter de joden aan de zee in. Toen zei God opnieuw tot Mozes: ‘Strek je hand uit boven de zee.’ En de zee vloeide naar haar gewone plaats terug. Het water overspoelde de wagens en de paarden, de wagenmenners en de soldaten. Heel het leger van farao verdronk en bleef achter op de bodem van de zee.
Naar Exodus 11,1 – 14,31
Uit: Hosanna. Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 42-43
Denkvraag
De dood van je kind is het ergste wat je kunt meemaken, hoor je weleens. Vraag eens aan je ouders of dat klopt. Waarom is dat zo erg, denk je?
Doe-tip
Brood dat niet de tijd heeft gehad om te rijzen, dat is ongedesemd brood. Joden eten dat nog steeds op hun Pesach (Paasfeest). Ook Jezus at het met zijn vrienden op het Laatste Avondmaal. En de hostie die je krijgt in de kerk, is ook van dat brood gemaakt.
Hier vind je het recept om ‘matzes’ (ongedesemd brood) te maken:
Gebed
Lieve God,
Geef ons de kracht om opnieuw te beginnen na een moeilijke tijd.
Laat ons voelen dat jij in ons hart woont.
Wij mensen zijn vrij om een goed leven te leiden.
Help ons om dat niet te vergeten.
Want jij hoort voor altijd bij ons.
Amen.