Kolet Janssen

auteur

Armband

11 oktober 2018

Die armband moet nog uit voor het onderzoek, zegt de verpleegster. Dat zal niet gaan, die is vastgegroeid, zeg ik. Ze kijkt me aan alsof ik een koppensneller ben met een lipschijf.

Met een metaaldetector strijkt ze over de armband en hij blijkt niet magnetisch te zijn. Ik moet hem alleen een eindje van mijn lijf vandaan houden. Mijn armband hoeft dus niet doorgezaagd te worden. Gelukkig maar, want we hebben samen al veel overleefd. Dat begon al met onze ontsnapping aan zuster Roberta.

In de buurt waar ik opgroeide, kreeg je als meisje bij je eerste communie een gladde, zilveren armband, meestal van een buurvrouw of een tante. Met mijn legendarisch kleine handjes en dunne polsen, zat het sieraad bij mij jarenlang erg los. Ik herinner me nog levendig hoe het ding tot jolijt van mijn vriendinnen op een hobbelige weg steevast van mijn pols en over mijn fietsstuur schoof en daar rinkelend de aandacht trok.

Tegen de tijd dat we naar het vijfde leerjaar gingen, kon de armband bij de meeste kinderen pas na veel wrikken af. Als je hem dan nog een poos aanhield, droeg je hem voor de rest van je leven. Maar net op dat moment verscheen zuster Roberta op het toneel, de onderwijzeres van het vijfde en in onze ogen ‘het armbandenmonster’. Zij werd wellicht horendol van het onophoudelijke getik van meer dan twintig armbanden op de houten banken. En dus maakte ze er een sport van om elke armband uit haar klas te bannen.

Al jaren voordien maakten de grotere kinderen ons bang met horrorverhalen over zuster Roberta. Ze zou zo hard trekken en rukken dat je het voelde kraken. Ze stoorde zich niet aan gejammer of kreten van pijn. Je hele hand zou rood worden en opzwellen van haar behandeling. En het resultaat was altijd dat je je armband nooit meer kon dragen.

Met een klein hartje ging ik op 1 september naar het vijfde leerjaar. Mijn armband begon me net een beetje te passen en ik wilde hem niet kwijt. Maar kijk… zuster Roberta bleek weg. We kregen een lieve juf, die zich niet ergerde aan armbandengetik. Ik was zo opgelucht dat ik besloot om de armband voor altijd te dragen.

Daarom krijg ik nu telkens opmerkingen en rare blikken in het ziekenhuis of op de luchthaven. Maar ik trek me er niets van aan. Want ik weet uit ervaring dat monsters in je hoofd ook gewoon kunnen verdwijnen. Aan mijn arm draag ik nog steeds het levende bewijs.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.