Bifocaal
20 februari 2019
Ik heb een heerlijke, niet veeleisende bril: goed genoeg om iedereen te kunnen zien die binnen gehoorsafstand valt, voor al mijn dagelijkse bezigheden en gesprekken, én voor mijn schermen en boeken. Sommige dingen zie ik een beetje wazig, maar dat heeft zijn eigen charme.
Daarnaast heb ik sinds een tijdje ook een bril om in de verte scherp te kunnen zien. Mijn oogarts vond het niet meer verantwoord om mij met mijn eigen bril te laten autorijden. En het is waar, in de auto is het handiger om ook verre dingen helder te kunnen onderscheiden, al beknot het sterk mijn fantasie. Inmiddels neem ik die bril ook mee naar de film, naar dans of toneel.
Maar zodra de voorstelling is afgelopen, schakel ik meteen weer over op mijn meer wazige bril. Het kost me te veel moeite om alles voortdurend scherp onder ogen te moeten zien. Over wat flou en onscherp is, kun je je blik laten heenglijden. Je kunt dingen als achtergrond beschouwen en je hoeft niet op alles in te gaan. Maar als je iets haarscherp ziet, moet je er iets mee doen. Al die details trekken mijn aandacht, eisen me op, willen iets van mij. Ik vind het dodelijk vermoeiend.
‘Heb jij nog geen bifocale bril?’ vragen mijn vrienden. Dat heeft mijn oogarts me afgeraden, omdat ik al draaierig word als ik in mijn soep roer. Voor een bifocale bril moet je namelijk ook bifocale hersenen hebben, en die heb ik nu eenmaal niet. Mijn focus wil ik zelf bepalen, afwisselend ver en dichtbij, eng of breed, in kleur of in zwart-wit. Mijn wazige bril is daarbij mijn beste bondgenoot.
Voor een keer ben ik het niet met je eens… Ik vermoed dat we ongeveer even oud zijn (°1955, ik toch). Ik heb aan mijn rechter oog snelvorderende cataract en aan mijn linker oog beginnende 3 keer op één jaar mijn bril moeten versterken, nu ook om te lezen. Vreselijk vind ik het om slecht dingen te onderscheiden, dieptezicht dat vermindert, moeten wisselen van bril omdat ik zelfs niet meer kan zien wat ik schrijf…
Vreselijk. Nu is er zo’n groot verschil gekomen tussen mijn linker en mijn rechter oog dat de deurstijlen en ramen buigen … als ik van een kleine plaats in een grotere kom, duizel ik.