Kolet Janssen

auteur

Groene vingers

8 april 2021

Zorgen voor kamerplanten is een oefening voor het leven. De hele wereld woont op je vensterbank. Want elk van mijn kamerplanten lijkt op een of andere mens in mijn dichtbije of verdere omgeving.

Er zijn de planten die voortdurend je aandacht vragen. Als je ze even uit het oog verliest, laten ze hun stengels en blaadjes dramatisch slaphangen. Ze zien er dan uit alsof ze reddeloos verloren zijn. De eerste keer schrik je en snel je toe met de gieter. Je voelt je schuldig omdat je ze verwaarloosd hebt. Maar je hebt je rug nog niet gekeerd of ze komen weer overeind en staan trotser dan ooit tevoren te pronken. Ze kikkeren sneller op dan jij je gieter kunt vullen. Je leert hun kuren kennen en mompelt ze de volgende keer dat ze weer hysterisch doen iets toe als: ‘Stel je niet zo aan.’ Maar stiekem ben je blij dat ze zo’n duidelijke signalen geven als ze je nodig hebben.

De echte diva’s zijn de planten die je geen enkele fout, hoe klein ook, vergeven. Een uurtje te lang in de zon gestaan, niet meer dan een dag te laat begoten, even een bladluis of een wants gemist, niet goed opgelet of de pot te klein was en ja hoor. De kleinste zorgfout is in hun ogen fataal. En ze hebben er alles voor over om je dat duidelijk te maken. Vergeving krijg je niet, ze kiezen ervoor om de relatie met jou te verbreken en ter plekke dood te gaan. Hoe je ook smeekt of je best doet met alles wat je in huis hebt, het kan niet meer baten. Ongenaakbare koppigheid, daar lopen zelfs de groenste vingers op stuk.

Er zijn ook de onstuitbaren. Dat zijn dankbare kamerplanten die zelfs met beperkte aandacht groeien en blijven groeien. Als je niet uitkijkt, overwoekeren ze je hele vensterbank of schoorsteen. Je laat ze klimmen of hangen en ze blijven je verwennen met nieuwe scheuten en blaadjes of bloemen. Soms vraag je je af of je ze niet wat moet intomen, maar je weet niet hoe je dat zou moeten aanpakken. Want snijden in een gezonde plant, dat doe je niet zomaar.

En er zijn de schijnbaar roerlozen. Jarenlang staan ze onbewogen in hun pot. Soms twijfel je eraan of ze nog leven, zo onveranderlijk zijn ze. Maar ze blijven groen, dus laat je ze staan. En dan opeens, na een jaar of vijf, ontwikkelen ze out of the blue een knop, die openbarst in een prachtige bloem. Of krijgen ze een sterke scheut, die blijkbaar jarenlang in de maak was. Zoiets is een klein wonder.

Natuurlijk zijn er ook nog de kneusjes die er al bij aanschaf wankel uitzagen en uiteindelijk niet te redden zijn. Of de bloeiende planten die niet kunnen aarden in je huis en een stille dood sterven.

Zorgen voor kamerplanten is een oefening in trouw. Je komt er een heel eind mee. En niet alleen bij planten.

(Afb. van Admiral Lebioda via Pixabay)

1 reacties op “Groene vingers”

  1. Guido Vandeperre schreef:

    Dank je wel voor deze mooie gedachten rond kamerplanten. Ik herken het helemaal. Zolang er leven is gooi ik zelden of nooit een plant weg. En inderdaad, het helpt om ook zo met mensen om te gaan. Dank!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.