Haarspeldjes
20 juni 2024
Kleindochter Eva wil twee haarspeldjes in haar krullen, want ze is twee jaar. Soms probeert ze zelfs of ze er drie of vier kan krijgen, als voorschot op de jaren die nog zullen komen.
Als klein meisje kun je niet genoeg krijgen van kleurige haarspeldjes. Ik had ze ook, om mijn sprieterige haartjes een beetje bij elkaar te houden.
Ik weet niet meer wanneer ik ze opeens niet meer lustte. Maar ik weet nog exact hoe het voelde als mijn moeder het haargordijn voor mijn rechteroog wegtrok en pinnig zei: ‘Doe daar toch een speldje in, je ziet niks zo!’
In mijn middelbareschooltijd was steil loshangend haar in de mode en daar ging ik dus helemaal voor. Als het me stoorde, haakte ik het wel even achter mijn oor. Letterlijk geen haar op mijn hoofd dacht erover om er nog een speldje in te schuiven.
Speldjes waren voor kleine meisjes en dat wilde ik absoluut niet meer zijn. Het hoorde bij de vlechtjes die ik ook niet meer had. Mijn moeder bond ze destijds op met grote strikken om er toch nog wat volume in te krijgen.
Decennialang ben ik speldjesloos door het leven gegaan. Een kwieke bles leerde ik met een kordate maar elegante beweging van mijn nek uit mijn ogen wippen. Ook als ik soms nekpijn kreeg van al dat draaien en zwaaien. Of ik had een kapsel dat kort genoeg was om sowieso niet in mijn blikveld te verschijnen.
Maar aan de horizon zie ik het tijdperk opdoemen waarin ik weer zal zwichten voor een speldje. Het eindeloze wippen met mijn nek of haken achter mijn oren begint me de keel uit te hangen. Wat is er tenslotte mis met een speldje? Misschien mag ik er wel eentje lenen van Eva.
(Photo by Oladimeji Odunsi on Unsplash)