Kolet Janssen

auteur

Magda van de post

24 september 2020

Lang geleden was er in onze wijk een buurtpostkantoortje. De benedenverdieping van een hoekhuis, met twee loketten, waarvan er slechts één open was. Bijna altijd zat daar Magda. Zij kende iedereen uit de buurt. Als je na sluitingsuur toevallig voorbijliep en er lag een pakje of een aangetekende zending op je te wachten, tikte ze gewoon even op het raam en riep je naar binnen. Dan kreeg je je post, zodat je niet tot de volgende dag hoefde te wachten. Je kon er terecht voor postzegels, aangetekende zendingen en vragen allerhande. Ze had voor elk probleem een oplossing of ze verzon er een op maat. Oudere mensen uit de buurt hielp ze met overschrijvingen of cheques. Wij koesterden onze ‘Magda van de post’.

Toen kwam de computer en die was aan Magda niet besteed. Ze probeerde het nog, maar ze werd al snel vervangen door jonger en geleerder volk. Die tokkelden op hun toetsenbord en hielden zich verder geheel aan de regels. De ziel was verdwenen uit ons postkantoor. Niet veel later werd het postfiliaal gesloten en opgedoekt, zoals dat gaat met zielloze dingen.

Er kwam een tijd vol post-ellende. Pakjes moesten ver weg worden opgehaald, of in krantenwinkels waar ze vervolgens niet te vinden waren. Als we de postbode aanklampten, wist hij of zij van niets. Er viel niets meer te regelen, want om de twee weken leek er wel iemand anders onze post te bezorgen.

Maar ook daar is verandering in gekomen. Sinds meer dan een jaar hebben we een vrolijke jonge vrouw die regelmatig onze post bezorgt. Als ik thuiskom terwijl zij al enkele huizen verder is, roept ze me toe als er iets is dat niet in de brievenbus paste. Soms verstopt ze iets achter mijn geraniums. Ze spreekt me aan en neemt initiatief. Ze is onverwoestbaar goedgehumeurd en niets lijkt haar te veel. Ik ontvang dankbaar haar gaven.

Onlangs klonk de bel. Het duurt even voordat ik van mijn schrijfplek op de tweede verdieping tot aan de voordeur kan lopen, en ondertussen hoorde ik de bel voor de tweede maal rinkelen. Buiten stond mijn vrolijke postvrouw, met een stel dikke enveloppen in haar hand. ‘Goeiedag!’ schetterde ze, breed lachend. ‘Ik dacht al: hier is meestal iemand thuis en daarom heb ik nog eens gebeld.’

Ik bedankte haar uit de grond van mijn hart. Uit puur geluk vergat ik opnieuw haar naam te vragen. Ze ziet eruit alsof ze Marianne of Karolien of iets anders vrolijks heet. Maar ook al heet ze Kelly, ze is een schat.

The postman always rings twice. Het hoeft niet altijd een misdaadthriller te zijn.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.