Mals en bitter
11 maart 2019
Om iets goed te beschrijven heb je soms meerdere zintuigen tegelijk nodig. Dat weet elke schrijver. Maar ook in ons dagelijks taalgebruik schakelen we regelmatig het ene zintuig in als het andere tekort schiet. ‘Bittere kou’ bijvoorbeeld gebruikt de smaak om iets te zeggen over het voelen. ‘Het geluid van een malse regenbui’ heeft de tastzin nodig om iets over de klank te zeggen, net zoals bij ‘een scherpe kreet’.
Het mooie is dat het heel vaak de smaak en de tastzin zijn die ons moeten helpen om iets duidelijk te maken over het gehoor en het zicht. Proeven en voelen deden we ongetwijfeld al veel intenser voordat we begonnen met ‘scherp’ te horen en te zien. En hoewel smaken verschillen, hangt er toch altijd iets positiefs vast aan zoet, en iets negatiefs aan zuur of bitter. Een zoet liefdesspel, dat een bittere nasmaak achterlaat bij wie bedrogen wordt.
Ook bij de tastzin geniet ‘zacht’ de voorkeur boven ‘hard’. Een zachte bries, donzige wolkjes zijn lieflijker dan een ruwe aanpak of een harde stem. De babytijd, toen we omringd waren door alles wat zacht en zoet was, is niet ver weg.
Het zintuig waar we de minste woorden voor hebben, is de reuk. Om geuren te beschrijven moeten we echt alle andere zintuigen van stal halen. Er is geen heel gamma abstracte woorden (zoals bij kleuren wel het geval is) om een bepaalde geur aan te duiden. Alleen het woordje ‘muf’ is exclusief bestemd om geuren te beschrijven. Voor de rest moeten we het doen met veralgemeningen als ‘vies’ of ‘lekker’. Of we halen er vertrouwde geuren bij die in onze herinnering zitten: versgebakken brood, kaneel, knoflook, koffie, verf, WC-blokjes, rozen, dennenbomen…
Toch kunnen geuren heel indringend werken, precies omdat ze direct naar een primitief deel van onze hersenen gaan. Veel herinneringen hangen samen met een geur of kunnen erdoor opgeroepen worden. Popcorngeur neemt ons mee naar de film. De geur van natte jassen doet ons met een schok in de gang bij ons oude klaslokaal belanden. En met de geur van hoestbonbons of 4711 zitten we misschien weer even op de schoot van onze oma.
Alleen woorden kunnen kenmerken van alle zintuigen bezitten: er zijn heldere, sombere en hoge woorden, zijdezachte en scherpe of harde, zeemzoete en bittere, bevlogen en lichtvoetige woorden of zware woorden die je met je neus op de werkelijkheid drukken. Je kunt op je woorden kauwen of je kunt ze inslikken. En altijd heeft iemand het laatste woord.
Wat een warme woorden, wat een prachtige omschrijving ! Dat verhaal wil ik bewaren ! Chapeau !