Mens zijn is helpen
4 mei 2020
De beroemde antropologe Margaret Mead kreeg ooit de vraag van een student wat volgens haar het eerste teken van menselijke beschaving in een cultuur was. De student dacht dat het antwoord iets zou zijn als de vondst van vishaken, potten van klei of bewerkte vuurstenen.
Het antwoord was verrassend. ‘Het eerste teken van menselijke beschaving in een cultuur is de vondst van een dijbeen dat gebroken is en daarna weer aan elkaar gegroeid’, zei Margaret Mead.
Als je in het dierenrijk een poot breekt, ga je dood. Je kunt niet meer vluchten voor gevaar, je kunt niet naar de rivier om te drinken, je kunt niet jagen om aan voedsel te komen. Je bent een prooi voor andere dieren geworden. Geen enkel dier kan met een gebroken poot lang genoeg overleven om het bot te laten helen.
Als er bij opgravingen een dijbeen wordt gevonden dat gebroken was en daarna weer aan elkaar gegroeid, betekent dat dat er iemand voor het slachtoffer heeft gezorgd. Iemand heeft de wonde verbonden. Hij of zij heeft de ongelukkige meegenomen naar een veilige plaats om te herstellen. Hij of zij heeft ook gezorgd voor eten en drinken, net zolang tot het slachtoffer weer op de been was.
Menselijke beschaving begint, waar iemand je door een moeilijke tijd heen helpt. Of dat nu gebroken botten zijn of ontroostbaar verdriet. Voor elkaar zorgen is het wezen van ons menszijn. Dat kunnen we elke dag opnieuw bewijzen.
Met dank aan Aya Sabi
(Afb. van Glauco Gianoglio via Pixabay)
in de humaniora lazen we groei naar volwassenheid van margaret mead, dat was zo’n eyeopener die onze huidige vorm van samenleven duchtig in vraag stelde