Raak me niet aan
26 april 2020
Mijn 93-jarige moeder probeert in haar woonzorgcentrum aan veel nieuwe dingen te wennen. De verzorgers met mondmaskers en handschoenen. Het kamerarrest. Dat wij niet meer op bezoek mogen komen en dat de winkels dicht zijn. Maar wat ze het moeilijkste te geloven vond, was dat de kerken gesloten waren met Pasen. Dat ging haar verstand te boven.
Inmiddels leven we al vijf weken ‘in ons kot’. Op de stoep deinzen mensen spontaan achteruit als je ze te dicht nadert. Ik vraag me af hoe we onze vieringen gaan organiseren als de kerken eenmaal weer opengaan. Niet dat we elkaar voortdurend vastpakten in de kerk, maar veel van onze gewoontes roepen nu vragen op.
Wat gaan we doen met de vredeswens, dat hartelijke moment in onze eucharistieviering? Hoe organiseren we de communie? Zal onze ‘aperitiefclub’ nog kunnen bestaan, die met enige regelmaat na afloop van de viering zorgde voor een drankje waarbij mensen konden praten met elkaar? Wat doen we met doopsel, vormsel en ziekenzalving als we elkaar niet mogen aanraken? Hoe moet het met de kinderwoorddienst?
Elkaar aanraken hoort bij geloven, zoals bij veel andere levensdomeinen. Moeten we (nog) afstandelijker worden? Nog minder delen? Nog meer muren optrekken? Het lijkt haaks te staan op de boodschap van ons geloof. Niet alles valt uit te drukken met woorden en grote gebaren.
Als iets onmogelijk wordt, duiken er altijd nieuwe mogelijkheden op. Mensen vinden hun gading in het online aanbod aan gebeden, bezinningen of vieringen. Ze zoeken tot ze iets vinden dat hen helpt bij de kern te komen van hun geloof. Misschien soms nog meer dan de vroegere ‘gewoontevieringen’. Ze doen dat alleen of met hun partner of met (een deel van) hun gezin. Dat geeft een heel andere dynamiek: plots geef je zelf aan wat geloof voor jou betekent. Of niet. Want er zijn ook mensen die er niet naar op zoek gaan, daar moeten we eerlijk in zijn.
We missen noodgedwongen de bredere gemeenschap. Soms helpt het om op hetzelfde moment iets te doen, ook al zijn we apart: samen bidden bijvoorbeeld of samen de meditatie bij de evangelietekst lezen, die iemand van de parochie heeft bezorgd. Naar mijn aanvoelen zouden de kerkklokken daar nog een grotere rol in kunnen spelen.
Bij wat we apart of in kleine groepen doen, willen we graag hulp in de vorm van teksten, muziek en liederen, beelden, haalbare symbolen. Die kleine groepen zullen een rol blijven spelen, niet alleen omwille van corona, maar omdat we steeds vaker niet met velen zullen zijn.
Met dichte kerken missen we veel, maar soms krijgen we ook iets terug. We worden meer zelf aangesproken. We moeten meer zelf antwoord geven. Als er toch iets gebeurt, raakt het ons dieper. Deze vreemde periode van dichte kerkdeuren nemen we hoe dan ook mee op onze verdere weg.
(Afb. van Susanne Jutzeler via Pixabay)