Kolet Janssen

auteur

Rijmen

16 augustus 2022

Vraag aan een willekeurige mens, groot of klein, om een gedicht te maken, en hij of zij zal tien tegen één in rijmen gaan denken. Het moet ergens ingebakken zitten in onze genen. Wat rijmt, klinkt beter en blijft langer in je hersenen hangen, is het algemene idee.

Toch kennen veel mensen kostbare dichtregels van buiten die helemaal niet rijmen. Van Herman de Coninck bijvoorbeeld:

‘Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn minitauurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet.’

Of van Rutger Kopland, uit het gedicht dat hij schreef bij de dood van zijn vader, als zijn moeder hem vraagt om de jas van zijn vader te passen:

‘Daar stond ik dan en voelde
aan de mouwen en bij het sluiten
van de knopen hoe dood hij was
en hoe ver weg mijn jeugd.’

Geen rijm te bespeuren in deze gedichten en toch boren ze zich een weg recht naar je hart. Of misschien juist daarom.

Alleen in de Sinterklaastijd laat onze familie zich gaan en zoekt met de moed der wanhoop naar rijmwoorden op de moeilijkste voornamen. Als het lukt, heeft het soms wel iets.

Vanmorgen werd ik wakker met een vreemd rijm in mijn hoofd.

‘Vanwege de regen ben ik verlegen. Kom ik gelegen, straks om halfnegen?’

Door het rijm laat de zin me slechts moeizaam los. Wat het betekent, weet ik niet. En misschien is dat een zegen 😉

(Afb. van Jerzy Górecki via Pixabay)

2 reacties op “Rijmen”

  1. angoen schreef:

    Echt poëtisch, Kolet!

  2. Frans schreef:

    Ramses Shaffy: zo verlegen door de regen.
    Past het dat ik straks kom om halfnegen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.