Slimme dieren
22 september 2022
Ik ben net bezig de geraniums in de bloembakken op de vensterbank aan mijn voorgevel water te geven, als ik achter me een hard geluid hoor van iets wat op straat valt. Ik keer me om. Er rolt een okkernoot over het asfalt, duidelijk gebarsten.
Er staan geen notenbomen in onze straat. Er zijn geen auto’s, fietsers of voetgangers in de buurt. Maar nog voordat ik me verder kan verbazen over dit vreemde verschijnsel, duikt er een grote, zwarte kraai uit de lucht naar beneden. Type ‘Birds’. Hij kijkt me even schuin aan, neemt dan behendig de noot in zijn bek en vliegt ermee weg.
Ik lach hardop. Wat een straatboef! Snel en slim, als een echte zakkenroller.
Heeft de kraai de noot ergens onder een boom opgepikt en met opzet op de harde straat kapot laten vallen? Is hij er hoog genoeg mee de lucht ingevlogen om zeker te spelen? Heel intelligent! Dan zijn mensen dus niet zo bijzonder in het dierenrijk als we weleens denken.
Of glipte de noot per ongeluk uit de snavel van de vogel? En keek hij daarom zo nonchalant, om de smaad van zijn onhandige maneuver te verbloemen?
Ik gok op het eerste. Overal om ons heen zijn slimme dieren druk bezig met hun eigen leven. In hun strijd om het bestaan spelen wij niet meer dan een secundaire rol. In hun ogen zijn we logge en onhandige wezens, niet snel van begrip bovendien. We lopen soms behoorlijk in de weg. Maar we laten ook dingen achter die hen van pas komen. Ze blijven veiligheidshalve uit onze buurt, maar ze houden ons wel in de gaten. Mensen zijn voor hen een soort grote, vriendelijke reuzen die af en toe heel domme en gevaarlijke dingen kunnen doen.
Maar de vraag blijft: scharrelen zij rond in onze wereld of wij in de hunne?
(Afb. van Laura via Pixabay)