Verstand op nul
28 juni 2022
Hoe zet een mens zijn gedachten op nul? Het is een vraag die mij met tussenpozen sterk bezighoudt.
‘Mediteren kun je leren’, hield iemand me voor. Ik trok braaf gedurende enkele weken voor een uur naar een plek waar we samen probeerden aan niets te denken. Het lukte niet. Het was alsof het leger van mijn springerige gedachten daar pas echt in actie kwam en van de korte wapenstilstand gebruik maakte om heel het grondgebied in te palmen.
Mijn gedachten huppelden over elkaar heen als uitgelaten konijntjes. Al gauw volgde ik een spoor dat me helemaal ergens anders naartoe leidde dan naar het fraaie beeld waarmee we vertrokken waren. Mijn geest dartelde ongegeneerd de konijntjes achterna, dook in een molshoop, snuffelde aan een groepje paddenstoelen en rolde een heuvel af.
Een paar minuten later besefte ik moedeloos dat ik weer op hol was geslagen. ‘Je moet je gedachten niet wegduwen of onderdrukken’, zei de begeleider. ‘Vecht er niet tegen, maar hou ze ook niet vast. Laat ze voorbijkomen als wolkjes en maak je er niet druk om.’
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Ik zag meteen wolkjes in allerlei vormen, die voor en achter elkaar schoven en in de meest uiteenlopende dieren en voorwerpen veranderden. Ik maakte er bloemenkransen, pelsmantels en heiligenhalo’s van. Als ik erin blies, zouden de wolkjes als vlokjes opgeklopt eiwit door de lucht gaan vliegen. Ik moest bijna hardop lachen toen ik het me voorstelde, maar gelukkig kon ik me nog net inhouden.
‘A jumpy mind is a joy forever’, denk ik met een kleine variatie op Oscar Wilde. Mijn huppelende geest heeft me al op veel leuke zijpaadjes gebracht. Wellicht is het hopeloos om dat proberen uit te schakelen.
Maar er is één voordeel. Het is zeker niet zo dat de meditatietijd – in dit geval een uur – me lang valt. Ik kan met gemak een uur of langer in mijn eigen hoofd ronddwalen. Mijn gedachten kennen geen grenzen van tijd en van ruimte, dus ik verveel me nooit. Misschien kan het geen kwaad om zwijgend mijn mediterende collega’s gezelschap te houden. Terwijl zij zich oefenen in het laten wegebben van hun gedachten en het openkomen voor grotere verbondenheid, blijf ik in mijn hoofd van de hak op de tak springen. Een uur lang ongestoord mogen ronddenken is ook een cadeau.
Misschien heb ik gewoon te veel fantasie om te mediteren. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Laat die radertjes in mijn hoofd dus maar draaien.
(Afb. van Patrick Schneider via Unsplash)