Wakker!
25 januari 2024
Als ik mijn kleindochter na haar middagdutje uit bed ga halen, staat ze al rechtop met haar handjes om de rand geklemd. ‘Wakker!’ kraait ze overtuigend. Alsof ik dat zou gemist hebben.
Ze worstelt zich mee uit haar slaapzak, schenkt haar tutje aan de uitverkoren knuffel van dienst, en kan niet wachten om naar beneden te gaan. Want de wereld moet dringend verder ontdekt worden en daar was ze vóór haar dutje nog lang niet mee klaar.
Heel anders gaat het wanneer ik ’s ochtends wakker word. Ik wrijf de kreukels uit mijn gezicht en kijk uit één ooghoek of mijn wederhelft ook al ontwaakt is. Ik check de wekker en stel verheugd vast dat ik nog zalig een poosje kan blijven liggen, in het warme nestje van mijn bed. De wereld met zijn geredder wacht wel.
Wanneer ben ik mijn trappelend ongeduld verloren om aan elke dag met ongeremd enthousiasme te beginnen? Waarom stuif ik niet de trap af en ruk ik de gordijnen niet open om de wereld te zien op deze kraakverse dag? Waarom zet ik liever op een bedaard tempo een pot thee en lees ik een stukje van de krant voordat ik aan de slag ga? Waar is die brandende urgentie naartoe?
Oliver Burkeman heeft berekend dat je – als je tachtig wordt – in totaal zo’n vierduizend weken levenstijd hebt. Dat klinkt in feite belachelijk kort. Op mijn leeftijd is daar bovendien verreweg het grootste deel al van voorbij. Hoog tijd dus om de resterende weken niet te verlummelen, maar ze bewust in te vullen en te proeven.
Een week is zo voorbij. Een maand en een jaar ook. Maar niet als je wakker bent. Voortaan sta ik op met dezelfde kreet als mijn kleindochter.
(Photo by E Hillsley on Unsplash)