Woensdag in coronatijden
26 maart 2020
Op woensdagmiddag dwaal ik wat verloren door het huis. Overal zie ik ‘relieken’ van kleinzoon: een halfafgewerkt Lego-bouwsel, zijn keukenschortje aan de haak, een leesboek. Ik vind zelfs nog een autootje achter de gordijnen.
Maar kleinzoon komt niet vandaag, net zoals vorige week en de weken die nog volgen. Geen pannenkoeken, geen bezoekjes aan bibliotheek of bioscoop, geen fietstochtje naar de speeltuin. Corona vormt een onzichtbare grens tussen veel grootouders en kleinkinderen.
We behelpen ons met filmpjes en geluidsfragmenten, met online gesprekjes en zelfs met even wuiven achter het raam op onze zondagse fietstocht. De postbode doet overuren om de kaartjes te bezorgen. Maar het is natuurlijk niet hetzelfde.
Op de logeerkamer waar kleinzoon soms blijft slapen, liggen de knuffels klaar. Ik denk opeens terug aan zijn laatste logeerpartij. Toen ik hem ’s ochtends wakker maakte omdat hij naar school moest (dat klinkt nu als iets uit een vorig tijdperk!), zei hij vrolijk: ‘Ik ging juist aan een nieuwe droom beginnen, oma!’
Zelfs als kleinzoon slaapt, kijkt hij naar de toekomst. Zoals alle kinderen, verlangt hij naar wat komen zal. In het volste vertrouwen dat hij het aankan en dat het goed zal zijn. Dat is de houding die ons vandaag allemaal van pas komt. Zodat we – nog liever vandaag dan morgen – aan een nieuwe droom kunnen beginnen.
(I wonder 26 maart 2020)
Ik mis mijn kleinzoontjes ook enorm !