Loos
16 juli 2025
Onze taal stelt me soms voor raadsels. Het achtervoegsel ‘loos’ gebruiken we na dingen, om aan te geven wat er ontbreekt. Iemand die slapeloos is vindt de slaap niet. Een draadloze internetverbinding heeft geen draad nodig. Bij iemand die accentloos Nederlands spreekt, kun je niet horen waar zijn roots liggen.
Deze vorm van samenvoegen gaat niet altijd op. Je kunt wel levenloos zijn, maar niet doodloos. Wel werkeloos maar niet reisloos. Sommige dingen kun je dus missen, andere niet, volgens onze taalregels.
Loos is ook altijd neutraler dan vrij, dat meteen positiever klinkt. Een autovrije zondag lijkt op een of andere manier leuker dan een autoloze zondag, ook al zien de straten er identiek uit. Een ruimte is niet rookloos maar rookvrij. Je hoort meteen de winst.
Bij bewusteloos moet je even zoeken. Wat zijn we hier kwijt? Als je volgens de regels werkt, zou het bewustzijnsloos moeten zijn. Maar we snappen nog wat we bedoelen.
Vreemder wordt het bij heel ingeburgerde woorden zoals argeloos, roekeloos en laveloos. Misschien zijn er experten die weten wat een arg, een roek of een laaf is en daar een verwante betekenis van kunnen bakken, maar voor doorsnee taalgebruikers zoals ik, blijft het een mysterie. De woorden zijn er niet minder mooi om, integendeel.
Op zichzelf staand is ‘loos’ ook een raar woord. Je kunt je afvragen wat er ergens loos is, als je mensen ziet samentroepen. Als de brandweer uitrukt zonder reden, noemen we dat loos alarm. En in het oude volksliedje over het loze vissertje gaat het om een kereltje dat eerder sullig en onhandig is, maar daardoor juist weer sympathiek. Het is vruchteloos om daar wijs uit te raken en zinloos om er het hoofd over te breken. Dus wens ik jullie verder een zorgeloze dag.
https://etymologiebank.nl/trefwoord/argeloos
Misschien kan je hier een verklaring vinden…