Achter jezelf aanlopen
13 december 2022
Van tijd tot tijd kan het verfrissend zijn om je een uitdrukking die je courant gebruikt, even heel letterlijk voor te stellen.
Ik zeg vaak dat ik achter mezelf aanloop. Dan zie ik mezelf op de rug, in de verte, in een drukke winkelstraat. Ik sjouw met te veel tassen en probeer tegelijkertijd mijn handschoenen aan te trekken en mijn gsm te checken. Als opgejaagd wild schiet ik af en toe een winkel binnen waar ik hotsebotsend tussen de rekken laveer en vaak niet vind wat ik zoek.
Achteraan kan ik op een rustig tempo mijn jachtige zelf makkelijk bijhouden. Ik wacht tot ik mezelf weer zie opduiken en zie hoe ik mijn tassen in mijn fietsmand probeer te laden. Ik kijk glimlachend hoe ik in al mijn zakken voel op zoek naar mijn fietssleuteltje en uiteindelijk wankelend vertrek.
Ook binnenshuis vang ik soms een flits van mezelf op. Als ik met te veel spullen tegelijk de trap naar de eerste verdieping neem en dan toch bedenk dat ik nog iets cruciaals vergeten ben. Als ik tegelijk probeer een ui te stoven, de tafel te dekken, een berichtje te beantwoorden en de vuilniszak buiten te zetten.
Eigenlijk vind ik mezelf best grappig als ik er zo naar kijk. Druk doende en volledig doordrongen van de ernst en het belang van wat ik doe. En tegelijk kribbig omdat ik nooit rond geraak met al mijn lijstjes.
In deze adventstijd laat ik mezelf wat vaker los bij het rondrennen. Zelf blijf ik zitten en luister naar kerstmuziek. Ik droom weg bij wat kaarslicht en staar naar mijn volle kerstboom. ‘Ik moet nog kerstkaarten schrijven’, denkt mijn ijverige zelf. Maar dat komt wel. In de advent mag je wachten.
(Afb. van Aleksandra Sapozhnikova via Unsplash)