Pootje
24 juli 2024
Mijn vriendin heeft een zitbank die ze kan omtoveren tot logeerbed. Daartoe heeft die bank ergens in het midden een extra pootje. Dat bengelt een beetje hulpeloos in de lucht als het niet van pas komt. Maar als de bank logeerbed wordt, staat het precies op de goede plek en zorgt het voor de nodige stevigheid.
‘Zo’n extra pootje, dat zou ik af en toe ook wel kunnen gebruiken’, zucht ik verlangend.
Telkens als ik even wankel, als ik een afstapje mis of een iets te hoge trede moet nemen. Als ik met een grote doos in mijn handen de draaitrap naar de kelder af moet. Als ik me in een slingerende of bruusk afremmende bus met twee handen moet vastklemmen aan een gladde paal, omdat de lussen te hoog hangen. Als ik met schoenen met te dunne zolen over de nieuwe kasseitjes in de winkelwandelstraat loop.
Als ik in de Ardennen wandel, gebruik ik mijn nordic walking stokken als twee extra pootjes om kloven te overbruggen of me te behoeden als ik uitglijd in de modder.
Maar nog meer dan het concrete praktische nut, verlang ik naar de troost van zo’n extra pootje. Om even op te leunen als het allemaal te veel wordt. Als steuntje in de rug als je iets moeilijks gaat doen. Als veiligheidsstut bij elke risicovolle onderneming. Als rustpunt als je moe bent of even moet nadenken. Zo’n pootje biedt alleen maar voordelen.
Mijn grootvader had een prachtige wandelstok, die hij ooit cadeau had gekregen. Hij heeft hem nooit gebruikt, ook al werd hij diep in de tachtig. ‘Dat is voor oude mensen’, zei hij laconiek als iemand hem op de stok wees. We zullen nooit weten of hij juist door het weigeren van de stok zo oud is geworden, of dat hij nog ouder zou geworden zijn als hij de stok gebruikt zou hebben. Ik lijk niet op mijn grootvader, dus ik gok op het laatste. Een extra pootje is altijd welkom.
(Photo by shraga kopstein on Unsplash)