Alle dagen Pinksteren
9 juni 2019
We kunnen er niet omheen: elke dag wervelt er minstens één vreemde taal om onze oren, en meestal nog veel meer. Als we over straat lopen, in de ene gemeente al wat meer dan in de andere. Op radio, tv en internet. Als we op de bus, de trein of het vliegtuig zitten. Als we naar de film of naar een concert gaan. Er valt niet aan te ontsnappen.
Soms maakt het ons wel eens kregelig. Als de communicatie minder vlot loopt dan we hoopten. Als we twee mensen op straat elkaar lachend iets horen vertellen wat we niet begrijpen. Als we voor de zoveelste keer iets met handen en voeten moeten uitleggen. Als we misschien weleens het gevoel krijgen dat we ook in ons eigen land met onze eigen taal niet overal terecht kunnen.
Maar meestal is het vooral een feest. De passerende Italiaans kwetterende meisjes brengen ons stante pede in vakantiestemming. De schoonheid van Arabische klanken doet ons dromen van woestijnen en oases. Scandinavische stemgeluiden gooien ons per direct middenin een spannende crimi. En gelukkig is er altijd nog ons aller huis-, tuin- en keuken-Engels waarmee we elkaar altijd wel minstens een beetje kunnen begrijpen.
En dan is er natuurlijk de taal van de liefde. Als iemand ziet dat ik iets zoek en me aanspreekt in een vreemde taal om me in een vreemd land de weg te wijzen. Als een donkere meneer een blonde mama met buggy van de trein helpt, desnoods zonder woorden. Wie oog heeft voor een ander, heeft geen woorden nodig. De taal van de liefde volstaat.
Zo was het ook voor de apostelen, lang geleden, op dat eerste Pinksterfeest. Ze zaten bang binnen bij elkaar en durfden niet denken aan de toekomst. Tot de liefde van Gods geest over hen kwam. Toen konden ze de taal van de liefde spreken, en iedereen begreep hen in zijn eigen taal. En dat is sindsdien nooit meer veranderd.
Kerknet.be 9 juni 2019 (Afb. van Gordon Johnson via Pixabay)