Bemoeien
11 oktober 2022
Ik pas een winterjas in de winkel. Om het geheel-effect beter te kunnen bekijken, open ik de gordijn van het pashok en zet een paar stappen naar buiten. Zo kan ik mezelf van kop tot teen in de spiegel zien, op een normale afstand.
Ik twijfel. Het is een goede jas, maar toch ben ik er niet wild van.
Een andere klant loopt voorbij met een bloesje op een hanger. Ze kijkt uitvoerig naar mij en mijn jas. Even lijkt het alsof ze iets gaat zeggen, maar ze doet het niet. Ze loopt een beetje verder en bladert tussen de rekken.
Ik draai me om en staar naar mijn spiegelbeeld. Ik knoop de jas open en dicht, bekijk mijn profiel van opzij en sla de kraag omhoog. Het is een mooie, roestbruine jas. Eigenlijk precies de kleur waarnaar ik op zoek was, na mijn versleten zwarte exemplaar. Ik heb al een paar mensen gezien met zo’n bruine jas en ik hou van de kleur. Toch twijfel ik.
De vrouw bij het rek werpt schuine blikken naar mij en mijn jas. Ze komt weer dichterbij, met het bloesje nog steeds in haar hand. Onze blikken kruisen elkaar. Ze schudt vastberaden het hoofd.
‘Die kleur staat u niet’, zegt ze beslist. ‘Sorry dat ik me ermee bemoei, maar dat is echt niet uw kleur.’
Ik kijk haar aan. ‘Maar ik hou van die kleur’, zeg ik.
Ze houdt voet bij stuk. ‘Het past ook niet bij de kleur van uw ogen’, gaat ze verder.
‘Maar ik wil eens iets anders dan zwart’, klaag ik.
‘Natuurlijk geen zwart, dat is ook niets voor u’, zegt de vrouw. ‘Iets lichters. Donkerblauw misschien. Of beige.’
Ik zucht en kijk nog eens naar mijn spiegelbeeld. Ik zie mijn droom van een roestbruine jas langzaam wegvliegen.
‘Het is pas begin oktober’, zegt de vrouw. ‘Er komt nog wel een jas die u wel staat.’
Ik knik, niet helemaal overtuigd. De vrouw stapt met haar bloesje naar de kassa.
‘Bedankt!’ roep ik haar nog achterna. Ze keert zich even om en glimlacht.
Misschien moeten we dat allemaal wat meer doen, denk ik, als ik naar huis fiets zonder jas. Ons met elkaar bemoeien. Een beetje helpen als iemand twijfelt. Even onze nek durven uitsteken om iemand bij te sturen. Niet dwingend, maar gewoon als goede raad. Niet enkel onder vrienden, maar ook bij onbekenden.
‘Deze appelsap is lekker’, als iemand in de supermarkt staat te twijfelen.
‘Daar is een goede plek om je fiets te parkeren.’ ‘U verliest iets uit uw boodschappentas!’ ‘Wat een mooie sjaal!’ ‘Pas op voor dat trapje!’ ‘U heeft uw jas scheef dichtgeknoopt.’
Ook als we elkaar niet kennen. Vooral dan. De straten en pleinen, stoepen en winkels zullen nooit meer hetzelfde zijn.
Elkaar zien, misschien begint het daarmee.
Al behoud ik me altijd het recht voor om toch een roestbruine jas te kopen 😉
(Afb. van Markus Spiske via Unsplash)
Warm pleidooi, ik kijk ernaar uit je te zien met een lichtblauwe of beige jas!