Benen
2 april 2019
Kleinzoon en ik komen langs de Veritaswinkel. In de etalage staan een viertal losse benen met verschillende panty’s in frivole motiefjes.
‘Kijk, daar staan aparte benen’, zegt mijn kleinzoon. ‘Zonder lijf.’
Hij wordt er niet koud of warm van.
‘Ik denk dat het geen echte benen zijn’, zeg ik voor de zekerheid. ‘Ze zijn van plastic, denk je ook niet?’
‘Nee,’ antwoordt hij glashard, ‘dat zijn echte benen van dode mensen. Die hebben hun benen niet meer nodig.’
Ik besluit het spel mee te spelen.
‘Zou jij het leuk vinden als je dood bent en je benen worden dan hier in de winkel gezet?’ vraag ik.
Hij zucht en kijkt me misprijzend aan. ‘Dat is een slechte vraag, oma. Als ik dood ben, weet ik dat toch niet meer. Dan voel ik toch niks meer?’
‘Dat is waar’, geef ik toe. ‘Maar ik zou het toch geen fijn idee vinden. Ik lig liever in een graf met mijn benen er nog aan.’
‘Ok’, zegt kleinzoon.
Ziezo. Alweer een stuk wilsbeschikking geregeld.
Met kleinzoon kun je over alles praten: God of de dood of noem maar op. Voor hem bestaan er geen moeilijke onderwerpen. Ik vraag me af hoelang dat zal blijven duren.
I wonder, 1 april 2019
Kinderen kunnen zo ad rem en puur antwoorden. Niet voor niets dat we ze onschuldig noemen 😉