Kolet Janssen

auteur

Broer en zus

20 september 2022

In het eerste leerjaar zat ik in de klas bij een meisje dat er vast van overtuigd was dat haar naam ‘Zus’ was. Een jongen van een jaar ouder uit hetzelfde gezin zat in de jongensschool en hij heette ‘Broer’. Zuster Annunciata, die ons leerde onze namen te schrijven, vertelde het meisje dat ze eigenlijk ‘Annemie’ heette en haar broer ‘Jan’. Maar het duurde nog enkele weken voordat ‘Zus’ ook reageerde op ‘Annemie’.

Ik was natuurlijk jaloers op dat meisje, dat op die jonge leeftijd al zo’n duidelijke functie had. Ik was toen nog het enige kind van mijn ouders en mijn broer werd pas veel later geboren, veel te laat om mij nog te laten aanspreken als Zus.

Zuster Annunciata probeerde Annemie uit te leggen dat ze wel de zus van Jan was, maar niet van de kinderen uit onze klas. Die hadden vaak andere zussen. En daarom zouden wij haar in onze klas Annemie noemen. Annemie was ontredderd. Haar hele bestaan lang was ze als Zus beschouwd en aangesproken. Ze snapte niet waarom ze niet gewoon Zus wàs.

Zus en broer zijn werknamen. Je bent nu eenmaal niet de zus van iedereen. Zoals je ook niet de mama of de papa bent van iedereen. Toch kijk ik nog altijd op als ik in een winkel of een park een kind ‘mama’ hoor roepen. Een oud automatisme dat nooit meer zal slijten. Al reageer ik tegenwoordig alerter op ‘oma’.

De dag waarop we aan kleinzoon uitlegden dat zijn mama ooit ons kindje was, keek hij ons met grote, ongelovige ogen aan. Het leek hem onvoorstelbaar. Inmiddels jongleert hij met familiegeneraties tot in het vierde geslacht.

Soms vraag ik me weleens af hoe het met Annemie is gegaan. Ze is vast mama geworden en tante en wellicht al lang oma. Naast Jan kreeg ze nog een hele resem broers en zussen. Ik gun haar van harte dat iemand haar af en toe nog eens aanspreekt als Zus.

(Afb. van Janko Ferlic via Pixabay)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.