Kolet Janssen

auteur

De gemoedelijkheid is naar de stad verhuisd

26 april 2019

Er waait een nieuwe wind in onze stadswijk met rijhuizen. De oorspronkelijke bewoners uit het interbellum waren eerder op zichzelf. Ze kwamen niet bij elkaar over de vloer en ontmoetten elkaar enkel bij de bakker of de beenhouwer op de hoek. Ze wilden elkaar uitdrukkelijk niet lastigvallen. Dat is in onze tijd heel anders. Niet dat we voortdurend bij elkaar binnenlopen, dat zeker niet. Maar er zijn buurtfeesten en gezamenlijke wandelingen en nu ook een buurtplatform waarop we vragen stellen als we iets nodig hebben. Of iets aanbieden als we van iets te veel hebben. We beseffen opeens hoe handig en prettig het is om aangename en aanspreekbare buren te hebben.

Onlangs was ik in onze buurt op een ruilbeurs voor plantenstekjes. Er waren tafels vol bekende en minder bekende kamerplantjes, meestal in klein formaat. Graslelies en vrouwentongen in overvloed, naast kindjes-op-moeders-schoot en allerlei vetplantjes. Maar het leukste waren niet de plantjes, maar de gesprekken tussen de mensen voor en achter de tafels.

Groeit dat goed? O, je moest eens zien hoe groot dat bij mij is geworden, niet te geloven!
Ik moet er regelmatig grote stukken afknippen.
Nee, deze heeft niet veel water nodig en hij mag in de zon staan.
Deze moet je wel wat in het oog houden, als hij gaat hangen, moet hij extra water krijgen.
Komen daar bloemetjes aan? Nee, maar de blaadjes zijn al mooi op zichzelf, hè?

Enzovoort. Hartverwarmend.

Ik ging naar huis met een los stuk cactus dat inmiddels geworteld is en al twee scheutjes heeft gekregen. En met een kindje-op-moeders-schoot die er nog wat onbewogen bijstaat. En ik was verlost van een stel grasleliestekjes en nog een paar naamloze plantjes die zo hard groeiden dat ze van mijn huis een jungle dreigden te maken. Het is bovendien fijn om te weten wie de moeder of vader is van deze plantjes. Een plantje met wortels in de buurt is toch iets anders dan zomaar een anoniem plantje uit de winkel.

Dat hartverwarmende geldt voor alle deel- en geefinitiatieven in onze stad en overal in het land. Want het is een trend die niet meer te stuiten valt. Er zijn weggeefpleinen en boekentillen, waar je gewoon kunt meenemen wat je verlangt. Je raakt er je ongebruikte spullen kwijt en de boeken die je echt niet nog eens gaat lezen. Er is dat online buurtplatform waarop buren vertellen waarnaar ze op zoek zijn: een boormachine, een ladder, een hakselaar. Iets uitlenen aan de wijde wereld doe je niet gauw, maar aan iemand uit de buurt kan dat vaak wel. Of iemand heeft kaarten over voor een tentoonstelling of een voorstelling en wil daar graag een buur mee blij maken. Wie iets vreemds opmerkt in de buurt, kan er ook terecht. Rare geluiden, loslopende katten, het komt allemaal aan bod, naast vragen over hobby’s of activiteiten voor kinderen.

Mijn vrienden die op het platteland wonen, zijn wel eens jaloers. Zij hebben vaak weinig contact met hun buren. Verkavelingshuizen zijn omringd door afscheidend groen en iedereen heeft zijn eigen BBQ of trampoline. In de stad ben je noodgedwongen meer op elkaar aangewezen, met alle nadelen maar ook met de voordelen die daarbij horen. Mensen hebben soms een onterecht romantisch beeld over het platteland, alsof de mensen daar als vrienden samenleven. Maar de tijd die je verliest door naar je werk te pendelen of in de tuin te werken, ben je sowieso kwijt. Misschien is de gemoedelijkheid wel naar de stad verhuisd.

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.