De versierengelen
18 januari 2019
Ik denk dat er in het woonzorgcentrum van mijn moeder engelen wonen. Niet dat ik ze al ooit gezien heb, maar ze laten overal duidelijke sporen achter. Die vielen me voor het eerst op in de zomer. Het was in de periode van het wereldkampioenschap voetbal en overal wapperden slingers en vlaggetjes in de nationale driekleur: rond het balkonhekje en langs alle plafonds. Tot onze verbazing keek mijn moeder samen met een stel andere bewoners naar elke match waarin de Rode Duivels meespeelden. Van voetbal kent ze niets, maar de stemming zat er goed in en dus deed ze mee.
Eind augustus zag ik opeens een oude schoolbank in het halletje bij de trap verschijnen, met daarop schriften en pennen en zelfs een lei. Ernaast prijkten versleten boekentassen. Er was een kort intermezzo met kermisspulletjes (die valt in Hasselt in september), en vlak daarna doken overal tekenen van de herfst op: dorre bladeren, paddestoelen, rijpe bessen. Je kon er niet naast kijken en dus moest je wel weten wat voor seizoen het was.
En dan was het opeens al tijd voor dennengroen, hulsttakjes en kerstballen: in de gang langs de reling, in de eetkamer op de tafels en bij de ramen. Er hangen zelfs drie kerstballen aan elk naambordje bij elke kamer. Mijn moeder kwam zo vanzelf in kerststemming en ze was blij toen ik ook op haar kamer een uitklapbaar kerstboompje installeerde.
Zoals in elk woonzorgcentrum is er bij mijn moeder een grote ploeg vrijwilligers actief, en ik vermoed dat zij de versierengelen zijn. Versieren is trouwens zeker niet hun enige bezigheid. Ze organiseren een heleboel leuke dingen waar mijn moeder met plezier naartoe gaat: handwerknamiddagen met muziek, een kerstmarkt, vieringen en uitstapjes. En altijd met emmers vol geduld, met oog voor wie iets nodig heeft, met een kwinkslag om iedereen erbij te betrekken en de stemming goed te houden. Als echte engelen dus.
Een nieuwe dagscheurkalender hebben we mijn moeder dit jaar niet meer gekocht, omdat we merken dat ze de blaadjes steevast vergeet af te scheuren en dan helemaal in de war is over welke dag het is. Wel kreeg ze zoals elk jaar een maandkalender met familiefoto’s, die mijn schoonzus en ik digitaal in elkaar knutselden. Als haar tijdsbesef dan verder al eens wat wazig wordt, is de maand toch een houvast.
‘Ik zit hier te wachten om dood te gaan’, zegt mijn moeder soms als ze dwars wil zijn. Dat valt in feite niet echt te ontkennen. Maar voorlopig leeft ze nog volop, op het ritme van de seizoenen waaraan niet te ontkomen valt. Met dank aan de engelen.
Elisabeth Blog januari 2019
Mooi verhaal !