Désolé
3 augustus 2021
Op vakantie in Frankrijk hebben wij een spoor van ellende achtergelaten.
Als we aan het loket van het museum vroegen of er toevallig een audiogids in het Nederlands beschikbaar was, maar dat bleek niet het geval.
Als we in het piepkleine winkeltje verse tomaten wilden kopen, maar die zouden pas morgen arriveren.
Als het niet meteen lukte om onze covidpas te scannen.
Als we vroegen of we nog mee konden met de eerste rondleiding, maar die was al volzet.
Als we de naam van een gebouw wilden weten, maar onze gids zich die niet meer kon herinneren.
Als we om een tafeltje op het terras vroegen, maar die bleken allemaal al gereserveerd.
Als we wat uitleg nodig hadden bij een onbekend gerecht op het menu, maar de ober er nauwelijks iets over wist te vertellen. (Andouillette: niet doen!)
Als we een kleinere fles water wilden van een merk waarin alleen literflessen voorhanden bleken.
Telkens kregen we te horen: ‘Je suis désolé!’
Aanvankelijk hadden we de neiging om onze gesprekspartners gerust te stellen. Hij of zij hoefde er verder niet mee in te zitten. We zouden het heus wel overleven. Zo erg was het nu ook weer niet, dat ze er helemaal désolé van hoefden te zijn.
Maar na een paar dagen merkten we dat het gewoon de Franse variant van ‘sorry’ was. Een woord dat net als bij ons te vaak en te snel wordt gebruikt.
De Franse taal heeft wel vaker last van inflatie. Niet iedereen die ‘désolé’ zegt, is ook echt het hart in of ten einde raad. Ze zullen geen harakiri plegen of de rest van de dag hartverscheurend ongelukkig zijn. Dat is een hele geruststelling.
Wat zeggen de Fransen als ze echt in zak en as zitten? Ik twijfel er niet aan dat ze daar ook nog wel een paar woorden voor hebben.
Afb. van Mark Filter via Pixabay