Dromen van later
11 april 2021
Langs alle kanten worden we aangezet om de moed erin te houden. Om te blijven hopen en geloven dat ons leven binnenkort weer wat vrijer, communicatiever en gevarieerder wordt. Maar hoe kunnen we blij blijven als zelfs de lente niet mee wil? Als er telkens nieuwe struikelblokken opduiken? Als de ziekenhuizen opnieuw zwaar onder druk staan?
Het doet me denken aan psalm 137:
‘We woonden bij de rivieren van Babel en we huilden,
want we dachten aan Jeruzalem.
We maakten geen muziek meer,
We hingen onze harpen aan een boom.
Van onze vijanden moesten we vrolijk zijn.
Ze zeiden: “Zing voor ons over Jeruzalem, zing een vrolijk lied.”
Maar dat konden we niet,
zingen over de Heer in het land van de vijand.’
De groep Boney M maakte er in mijn jonge jaren een meeslepend lied over: By the Rivers of Babylon.
De weemoed van de ballingen is herkenbaar. Hoe kunnen we de lente en de liefde vieren als we niet buiten kunnen zitten met de hele familie, als we niet mogen knuffelen en kussen, als we niet mogen rusten en genieten op een terrasje met een fris drankje in de hand?
Zijn het net als bij de ballingen in Babylonië de mooie herinneringen die ons overeind houden? De kleine beetjes contact die we her en der bij elkaar sprokkelen? Is dat alles genoeg om ons heen te tillen over de lange maanden, nu al meer dan een jaar, die uit ons leven werden geknipt?
Toen de ballingen na vele decennia terugkeerden naar Jeruzalem, was die stad niet meer dezelfde als toen ze weggingen. Maar het was hun thuis, ook al moesten ze hard werken om alles weer op te bouwen.
Ook onze wereld zal voorgoed anders zijn na corona. We zullen weten hoe kwetsbaar we zijn en hoezeer we elkaar nodig hebben. Leven alsof we de enigen op aarde zijn, zal niet meer kunnen en dat is nog niet zo slecht.
‘Jeruzalem, nooit zal ik jou vergeten’, zingt de psalmist.
Ook wij blijven dromen en hopen.
(Kerknet 11 april 2021, afb. van Mariana Vusiatytska via Unsplash)
Mooi geformuleerd, Kolet. Alsnog een Zalig Pasen.