Een arm uitsteken
15 augustus 2021
Als je op vakantie wat rondkijkt in kerken en abdijen, krijg je op een paar weken tijd een hele collectie Christusbeelden te zien. Sommige tonen een heel strenge Christus, die op een troon zit en de goede mensen scheidt van de slechte. Het lijkt me een aartsmoeilijke klus.
Er zijn afbeeldingen van Jezus in volle actie: met zijn voeten in de Jordaan als hij gedoopt wordt. Met drie vrienden aan zijn zijde als hij opeens begint te schitteren op de berg Tabor. Op zijn knieën als hij de voeten van Petrus wast en die laatste ostentatief tegen zijn voorhoofd tikt. Of terwijl hij aan tafel zit en het brood breekt, met Judas al halverwege de deur.
Soms zie je ook verstilde afbeeldingen van een in zichzelf of tot zijn Vader gekeerde Jezus. En dan is er natuurlijk het beeld van Jezus op het kruis. Maar ook dat ziet er niet altijd hetzelfde uit. Bij de ene gekruisigde Christus voel je de pijn en de onmacht, bij de andere ziet hij er vooral ongenaakbaar uit.
In Paray-le-Monial (Frankrijk) zagen wij een stokoud beeld van de gekruisigde Jezus, dat erg gehavend was overgeleverd. Maar juist daardoor raakte het ons diep. Christus had niet meer dan één arm, die hij als het ware naar ons uitstrekte. Alle pijn van de wereld sprak uit zijn gehavende en bloedende lichaam, maar die ene arm gaf ons weer hoop.
Want wat er ook allemaal mis is in onze wereld, zo lang er mensen zijn die een arm uitsteken naar elkaar, om hulp te vragen en te krijgen, heeft het kwaad niet het laatste woord.