Een heilige als superheld
3 oktober 2021
‘Waarom krijgt mijn mama een cadeautje?’ wil kleinzoon Mauro weten.
‘Omdat het haar naamfeest is’, leg ik uit. Het is een oude traditie uit de familie van mijn vader, die ik in ere probeer te houden. ‘Het is de feestdag van de heilige Rebekka. Jij hebt ook een naamfeest, hoor. Maar het feest van de heilige Mauro is pas in januari.’
‘Is er echt een heilige Mauro?’ vraagt kleinzoon.
‘Ja hoor’, vertel ik. ‘Hij was een vriend van Benedictus, een heel beroemde man. Er is een verhaal waarin staat dat Mauro een jongen uit een meer redde, door er over het water naartoe te lopen.’
‘Echt?’ vraagt Mauro. Hij laat het even bezinken. ‘Ik denk dat hij supersnel heeft gelopen, zodat er geen tijd was om omlaag te zakken.’
‘Wie weet’, zeg ik. ‘Achteraf schrok hij, toen hij merkte wat hij gedaan had.’
We lachen samen. Een heilige die kan racen, dat vindt Mauro wel wat. Zelf kan hij al lang veel sneller lopen dan ik. En op school rent hij als een van de besten. Een waardige opvolger van zijn patroonheilige dus.
‘Heeft iedereen zo’n heilige?’ vraagt Mauro.
‘Veel mensen dragen de naam van een heilige’, zeg ik. ‘De mijne is Coleta. En die van opa ken je al, dat is Petrus, de vriend van Jezus.’
Mauro duikt weer in zijn strip van de Rode Ridder. Blij dat hij een heilige heeft die als een echte superheld iemand uit het water heeft gered. Daar kun je fier op zijn.
(Kerknet.be 3 oktober 2021, afb. van Sarah Richter via Pixabay)