Kolet Janssen

auteur

Fake it until you make it

11 maart 2020

Als je wilt slapen op een nachtvlucht, moet je gewoon je ogen dichtdoen en doen alsof je slaapt. Dan ben je binnen de kortste keren echt onder zeil. Die goede raad gaf ik al vaak aan reisgenoten en voor mij werkt het ook echt.

Daaraan moest ik denken toen ik onlangs een stuk las over werken aan je persoonlijkheid. ‘Fake it until you make it’, was het advies. Ben je bijvoorbeeld eerder verlegen, dan kun je jezelf trainen door regelmatig toch het woord te nemen in een groepje op een receptie. Hoe vaker je dat doet, hoe gemakkelijker het je zal afgaan. Tot je verlegenheid niet meer is dan een verre echo.

We weten allemaal dat ervaring helpt om stress te vermijden. De eerste keer fietsen, het eerste mondeling examen, de eerste keer met de auto rijden in een drukke stad, de eerste keer in het openbaar spreken, de eerste keer in een andere taal telefoneren, we hebben allemaal dergelijke herinneringen aan grote spanning en opspelende zenuwen. En we weten ook dat na verloop van tijd die dingen, als we ze maar vaak genoeg doen, de gewoonste zaak van de wereld worden.

Als je ‘dat durf ik niet’ kunt vervangen door ‘dat ga ik proberen’, kom je vaak een heel eind. Er gaan nieuwe werelden open, je leert een andere kant van jezelf kennen en je bent blij dat je de stap hebt gezet.

Maar het geldt niet voor alles. Er zijn grenzen aan het faken. Er zijn mensen die blijvend bevriezen als ze voor een groep moeten spreken. Of anderen die altijd opnieuw tilt slaan bij het autorijden in een grote stad. En misschien is dat ook niet zo erg. Niet iedereen hoeft immers alles te kunnen. We zijn met meer dan genoeg.

Door te faken kun je anderen voor de gek houden, en misschien jezelf ook wel een beetje. Maar er is een limiet aan. Er zijn nu eenmaal dingen waar je goed in bent, en andere dingen waar je niet goed in bent. Dat is geen schande, het is gewoon een feit. Je doet er niemand een plezier mee met per se te gaan focussen op de dingen die je niet goed liggen. Tot op zekere hoogte kun je erin thuis geraken, maar een echte bink zal je er nooit in worden. Het zou fijn zijn als we daar allemaal mee zouden kunnen leven.

Het is iets wat in de opvoeding weleens ontbreekt: dat je aan kinderen zegt waar ze goed in zijn en wat hen minder goed ligt. Permanent alles openhouden is veel gevraagd en vaak niet realistisch. Het geeft nochtans rust om je beperkingen te kennen en het maakt kiezen eenvoudiger.

En dan zijn er nog de dingen die nooit wennen, hoe vaak je ze ook probeert te temmen. Dingen die een diepe pijn of een oud litteken blootleggen. Daar loop je de rest van je leven met een behoedzame boog omheen. En misschien is dat helemaal geen slechte strategie. Wij mensen zijn tenslotte overlevers, elk met onze eigen wapens.

(Afb. van photosforyou via Pixabay)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.