Geagiteerd
1 juni 2020
‘Je bent de laatste tijd zo geagiteerd’, zegt mijn man. Hij is er zich niet van bewust dat het al de vijfde keer op korte tijd is dat hij dit zegt.
‘IK BEN HELEMAAL NIET GEAGITEERD!’ roep ik. Niet echt de beste manier om dat te bewijzen, dat besef ik haarscherp. Maar hoe kun je bewijzen dat je niet geagiteerd bent?
Ik hanteer mijn kookpannen en mijn snijplank wat hardhandiger dan nodig.
Het is me opeens allemaal te veel.
Dat hele gedoe van afstand houden en bubbels bewaren.
Het polsen naar hoe strikt iemand de regels al dan niet naleeft en wat je dus beter wel of niet tegen iemand zegt daarover.
Het eindeloze wandelen met iedereen buiten de bubbel die je eindelijk wel weer eens wilt zien en spreken. Een normaal gesprek bij een bord eten en een glas wijn lijkt iets uit voorgoed vervlogen tijden.
Nog maar weer eens fietsen, want in het museum kom je de eerste weken niet binnen. En naar de bioscoop gaan kan nog steeds alleen in je eigen zetel.
Speculeren over hoe lang de wachtrij aan de supermarkt zal zijn op elk uur van de dag.
Met de handen op je rug rondneuzen in een kledingzaak. Niet te veel meenemen naar de paskamer, want alles wat je niet koopt, moet in quarantaine voor een paar dagen.
En achter het mondmasker van de winkelier kun je niet zien of hij daarmee wel kan lachen.
Om nog te zwijgen over de angst en onzekerheid als ik denk aan de toekomst van zovele mensen overal ter wereld.
Gelukkig schijnt de zon en bloeien de rozen tegen de sterren op. Een pleister op de wonde, maar het staat vast dat pleisters helpen.
Mijn buurvriendin doet me de passe partout-zin van Mitterand aan de hand als de perfecte repliek op mijn man bij zijn verwijt dat ik zo geagiteerd ben: ‘Et alors?’
Inderdaad, wat zou het? Nu nog proberen op het juiste moment aan die repliek te denken.
(Afb. van F. Muhammad via Pixabay)