Kolet Janssen

auteur

Gelei

10 februari 2022

In mijn kinderjaren stond er bij ons thuis in de kast altijd een pot zelfgemaakte ‘gelei’. Vaak rabarbergelei, soms gecombineerd met gele pruimen. Er was ook veel gelei van rode bessen, die zo zuur was dat ik tot op de dag van vandaag die besjes van mijn taart schuif als ik er toevallig een paar op mijn bord krijg. Een paar potjes bosbessengelei, moeizaam in het bos bij elkaar geplukt. Af en toe was er gelei van stekelbessen, waarvan de pitjes nog urenlang in de spleetjes tussen je tanden bleven zitten. En soms was er gelei van aardbeien, die mijn moeder op de markt kocht.

Het klaarmaken van de gelei was een lang en arbeidsintensief proces, waarvan de afloop nooit helemaal van tevoren vaststond. Zou hij stijf worden of niet? Het bleef spannend. Hoe zuurder de vruchten, hoe meer kans op succes. Bij pruimen en aardbeien was het resultaat altijd wat vloeibaarder.

Vooraf waren we vaak een hele zomerdag lang bezig met plukken, wassen, ontpitten of afristen, door een zeefdoek persen of van steeltjes ontdoen. Dan ging alles de grote, zwarte ketel in die alleen daarvoor werd gebruikt. ’s Avonds stonden de gevulde potjes te glanzen op het aanrecht, waar ze de volgende dag een laag parafine kregen, zodat we ze een winter lang konden bewaren.

In het begin van mijn huwelijksleven heb ik nog enkele jaren zelf gelei gemaakt, die ik inmiddels onder invloed van mijn Nederlandse echtgenoot ‘jam’ noemde. Omdat we geen moestuin hebben, moest ik de vruchten elders gaan zoeken: rabarber uit de tuin van mijn ouders, bosbessen of vlierbessen in het wild, aardbeien in het hoogseizoen op de markt. Het was veel werk en het leverde weinig op: de potjes uit de winkel vonden de kinderen vaak lekkerder. Toen ik op een zomer de glasplaat van mijn kookvuur ruïneerde met ingebrande suiker van kweeperengelei, gaf ik het op. Voortaan geen zelfgemaakte jam meer.

‘Bij ons thuis heet de jam ‘confituur’, vertelde kleinzoon me enkele jaren geleden. Ik probeerde hem te vertellen hoe we vroeger zelf jam maakten. Hij knikte. ‘Zoals de ketel met de magische drank bij Asterix’, besloot hij. Inderdaad, precies zo. Iets uit een ver verleden vol toverkracht, die lang niet altijd werkte.

(Afb. van RitaE via Pixabay)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.