Het kleine meisje hoop
7 januari 2021
Het lijkt wel alsof 2021 niet kon wachten om alvast te zorgen voor nieuwe spectaculaire beelden voor het volgende jaaroverzicht in december. Nog maar pas zagen we de hallucinante beelden van ziekenhuizen overspoeld door coronapatiënten en lege straten in hoofdsteden met lockdown in het vorige jaaroverzicht.
En nu al valt opnieuw de term ‘hallucinant’. Het erge is dat we helemaal niet hallucineren: dit is de bittere waarheid. Een president die zijn nederlaag niet kan toegeven en letterlijk alles op het spel zet om toch nog te winnen of op zijn minst zoveel mogelijk schade toe te brengen voordat hij vertrekt. En zoveel zwaar gefrustreerde mensen die niet meer geloven in democratie, in fatsoen en goede wil. Het is een bittere pil.
Mensen zijn tot veel goeds en veel kwaads in staat, dat weten we al lang. We hopen diep vanbinnen dat het kwade langzaam maar zeker wordt teruggedrongen. Dat we redelijke oplossingen vinden voor grote problemen, zodat steeds meer mensen in goede omstandigheden kunnen leven. We zijn er nog lang niet, maar we houden de richting voor ogen.
En dan komt er iemand aan de macht van een groot en belangrijk land, die onbeschaamd alles met voeten treedt waar wij in geloven. Die er vooral op uit is om zijn eigen macht te vergroten, zelfs ten koste van vele anderen. Het werkt bijna verlammend. We kunnen het na al die jaren nog steeds niet helemaal vatten.
Gelukkig is er dan het kleine meisje hoop, waarover Charles Péguy al schreef. Zij verdwijnt nooit. We zullen haar meer dan ooit nodig hebben.
Soms kan ik mijn eigen ogen niet geloven.
Geloof en liefde zijn als vrouwen.
Hoop is een heel klein meisje van niks.
Zij stapt op tussen de twee vrouwen
en iedereen denkt: die vrouwen houden
haar bij de hand,
die wijzen de weg.
Maar daarvan heb ik meer verstand,
zegt God, ik zeg:
het is dat kleine meisje hoop
dat al wat tussen mensen leeft
hun heen en weer geloop
licht en richting geeft.
Want het is dat kleine meisje hoop
– ,je ziet het zwak zijn, bang zijn, beven,
je denkt soms dat het zo onooglijk is
het is dat kleine meisje hoop
dat de mensen zien laat, zien soms even,
wat in het leven mogelijk is.
Het geloof, zegt God, waar ik het meest van hou,
de liefde waar ik het meest van hou, is de hoop.
Geloof, dat verwondert me niet.
Liefde, dat is geen wonder.
Maar de hoop, dat is haast niet te geloven.
Ikzelf, zegt God, ik ben er van ondersteboven.
CHARLES PÉGUY
VERTALING FRANS VAN BLADEL
(Afb. Guillaume de Germain via Unsplash)