Kolet Janssen

auteur

Het klokje

16 juni 2022

Veel oude gebruiken raken na verloop van tijd in onbruik. Meestal is dat een opluchting, omdat het ging om een gewoonte die al een poos nergens meer op sloeg. Of het verdwijnen gaat zo geleidelijk, dat nauwelijks iemand het opmerkt. Sommige tradities worden door niemand gemist. Maar soms besef je achteraf dat je toch iets kwijt bent geraakt dat meer waarde had dan je vermoedde.

Die bedenking maak ik telkens als ik rond de middag de heldere klanken van het angelusklokje in mijn buurt hoor. Er was een tijd – ik ken hem alleen van het schilderij van Millet – dat mensen dan hun bezigheden stopten en enkele minuten hun werk onderbraken om te bidden. Oorspronkelijk zelfs drie keer per dag: om zes uur ’s ochtends, om twaalf uur ’s middags en om zes uur ’s avonds. Elke dag ingelijst in een reeks korte momenten om je hart naar God keren. Zo kon je je werk en je besognes zonder veel moeite een andere, diepere dimensie geven. En dat alles met de steun van een publiek klokje en het hartverwarmende besef dat er samen met jou veel mensen tegelijk even stilvielen. Nu gebeurt zoiets alleen nog in kloosters met een getijdengebed.

Ergens diep in ons fluistert een stemmetje dat we het daarvoor inmiddels in ons dagelijks leven veel te druk hebben. Dat ons werk zich er niet meer toe leent om abrupt onderbroken te worden. Dat de problemen in ons leven en in de wereld nu zo groot zijn, dat elke seconde telt en dat we die niet zomaar even on hold kunnen zetten voor een gebedje. Maar misschien zou het ons helpen om sommige problemen juist even vanop enige afstand te bekijken. En zou ook ons werk er vaak niet echt onder lijden. En bovendien waren er altijd al soorten werk die niet te onderbreken waren en zijn er in elke tijd wereldproblemen.

Tegenwoordig moeten we allemaal apart op zoek naar manieren om ons te verbinden met onze diepste kern. Het vraagt veel inventiviteit om een vorm te vinden die past. En er is een bijna bovenmenselijk volhoudingsvermogen nodig om die zelf gevonden routines dan ook te blijven uitvoeren. De moslims moeten hun muezzins koesteren. Wat een mooie taak is dat, om mensen zoveel keer per dag op te roepen om hun blik te richten op God en hun diepste binnenkant. Op dat waar het in het leven echt op aankomt. Dat waar we voor leven, waar ons hart ligt, en onze bestemming.

Zo’n dagelijks ingebed moment lijkt op zich niet spectaculair. Maar ik kan me voorstellen dat het ongemerkt toch stevig doorwerkt. Na zo’n korte onderbreking ga je anders verder met je dagelijkse bezigheden. Je schept op een andere manier de soep uit, misschien met meer aandacht voor wie er aan tafel zit. Je luistert anders naar de stem die uit je telefoon komt. Je gaat anders om met de flaters of onopmerkzaamheden van je medeburgers in het verkeer. Je gunt jezelf de ruimte en de tijd om een vogel op het terras te bewonderen.

Je bent tegelijk meer jezelf en meer verbonden. Dat is het echte wonder van verdieping en geloof: dat het je open maakt om echt een deel van de schepping te zijn.

(Column in TGL 2022/2, afb. van Lian Tomtit via Unsplash)

 

4 reacties op “Het klokje”

  1. Karine schreef:

    Toeval of niet,deze week ben ik alles over het angelus beginnen opzoeken,ik wil het graag in mijn leven brengen.Ik ben blij met de bevestiging,dankjewel

    1. Kolet Janssen schreef:

      Inderdaad een mooi gebruik, hè? Fijn dat je er ook net mee bezig was!

  2. Erik Eynikel schreef:

    Dit stukje verscheen oorspronkelijk in Tijdschrift voor Geestelijk Leven 78 (april-juni 2022) pp.111-112.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.