Kolet Janssen

auteur

Hoe Huub Oosterhuis God dichtbij bracht

28 april 2024

Onze parochie houdt een herdenkingsdag rond Huub Oosterhuis, die vorig jaar is overleden. Jarenlang zingen we haast elke week een of meer liederen van zijn hand. Hij gaf ons woorden voor wat we zo moeilijk verwoord krijgen. Dankzij zijn woorden lichtte er een glimp op van hoe het zit tussen God en mens, tussen God en wereld.

Toch kende ik de liederen van Oosterhuis al lang voordat ik in Leuven verzeild raakte. In mijn lagere school was zuster Myriam, de zuster van de eerste kleuterklas, ook de zuster van alles wat met muziek te maken had. Zij leidde het koor ‘De Meiklokjes’ waarvan ik ook een paar jaar lid was. En elke vrijdag na de middagspeeltijd, verzamelden we met de hele school in de grote zaal. We gingen er per klas in rijen achter elkaar staan. We moesten mooi rechtop staan, niet met een doorgezakte knie of heup. En daar leerde ze ons de nieuwe liedjes, die we op zondag in de kerk zouden zingen. Pas achteraf realiseerde ik me dat het vaak liedjes van Oosterhuis waren.

Mijn geheugen was nog jong en ons repertoire beperkt, dus die liedjes zaten al gauw met alle coupletten in mijn hoofd. Ik zong ze op de fiets van en naar school, samen met mijn buurmeisje. We begrepen lang niet alles wat we zongen, maar dat hinderde niet. Instinctmatig voelde ik aan dat je over God niet op een andere manier kon spreken dan zo: met tastende woorden, met beelden en uitdrukkingen van elders, telkens opnieuw worstelend om te zeggen wat onzegbaar is.

Zo werd God voor mij al heel gauw iemand die ‘niet hoog en breed van ons vandaan’ is, die ‘met hart en ziel aan ons getrouwd’ is en onder wiens vleugels wij kunnen rusten. Ik leerde dat wij soms ‘zwaar en droevig’ zijn, maar dat God een ‘licht is dat ons aanstoot’, telkens opnieuw. Ik leerde er samen met de anderen mee uitkijken ‘of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt’. Veel meer had ik tenslotte niet nodig om als een ‘kijkend kind’ door het leven te gaan, ‘zolang de mensen woorden spreken’.

Zo klinkt het in mijn lievelingslied ‘Uit vuur en ijzer’, een lied vol hoop en samenhorigheid:

‘Om water voor de zee te zijn, om anderman een woord te zijn,
om niemand weet hoe groot en klein, gezocht, gekend, verloren.
Om avond en morgenland, om hier te zijn en overkant,
om hand in een and’re hand, om niet te zijn verloren.’

Mensen zijn voor andere mensen een groot cadeau. Huub Oosterhuis is dat nog steeds voor velen. In zijn woorden komt God telkens opnieuw dichterbij.

(Kerknet.be 28 april 2024, Photo by Nurpalah Dee on Unsplash)

1 reacties op “Hoe Huub Oosterhuis God dichtbij bracht”

  1. Frida Plasmans schreef:

    Ook voor mij is hij een cadeau! Vooral het lied:
    “Wek mijn zachtheid weer,
    Geef mij terug de ogen van een kind!
    Dat ik zie wat is,
    en mij toevertrouw,
    en het Licht niet haat………”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.