Kolet Janssen

auteur

Huiskabouter

4 november 2021

Heel even denk ik met een sprongetje van verrukking in mijn hart dat het toch waar is. Dat kabouters toch bestaan, wat ze ook zeggen. Ik zag een snelle beweging, een donker jasje, een blad dat nog wat natrilt. Maar het is natuurlijk weer gewoon een muis, besef ik bijna meteen, die tussen de dorre stengels in mijn border trippelt.

Als ik een wens mocht doen, zou ik een huiskabouter vragen. Zo’n wezentje dat in en om het huis mee de boel in de gaten houdt, wat zou dat heerlijk zijn. Je moet hem of haar natuurlijk wel te vriend houden. Zorgen voor lekkere hapjes op tijd en stond. Schuilplekjes met tuinafval en stapels bloempotten ongemoeid laten. Het kelderraam op een kiertje laten staan, zodat hij of zij naar binnen kan als het te koud wordt.

De zaligheid van te weten dat je er nooit alleen voorstaat. Dat er iemand is die mee waakt over het wel en wee van je huisgenoten. Die zijn zachte kracht gebruikt als onnoembare vijanden of groot ongeluk voor de deur staan. Die ’s nachts in het diepste geheim een handje toesteekt als het werk je boven het hoofd groeit. Kijk, die knoop is weer aan mijn jas genaaid! En er staat een volle kom pompoensoep in de ijskast!

Elkaar over en weer verrassen met kleine cadeautjes en beloond worden met levenslange trouw.

Nu ik erover nadenk, heb ik al een huiskabouter: mijn eega. Alleen is hij wat groot uitgevallen en kan hij ook weleens brommen. Maar doen kabouters dat ook niet?

En wie weet is die muis wel een betoverde kabouter. Ik zal toch maar eens een schoteltje melk buiten zetten binnenkort.

(Afb. van Apho via Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.