Kolet Janssen

auteur

Hypochonder of negationist?

28 oktober 2019

Met je eigen gezondheid kun je heel verschillend omgaan. Ik heb vrienden die bij het minste pijntje ongerust zijn. Als er ergens iets kraakt of er verschijnt een vreemd bobbeltje of ze voelen iets wat ze niet eerder voelden, slaat de angst hen om het hart. Ze zetten hun ongerustheid meteen om in daden: binnen de kortste keren regelen ze een afspraak met huisarts of specialist. Van hem of haar verwachten ze uitsluitsel: wat is er aan de hand? Hoe pakken we dat aan? Hoe krijg ik weer mijn oude lichaam terug?

In de tussentijd flitsen er alvast hele scenario’s door hun hoofd. Allerlei oude of overleden familieleden passeren de revue. Hadden zij niet ook een dergelijke kwaal? En was het niet het begin van iets veel ergers: volledige aftakeling, een ongeneeslijke ziekte, chronische pijn? De moed zinkt hen alvast een beetje in de schoenen bij al die doembeelden. Soms schakelen ze het internet in en dan is het hek helemaal van de dam. Met akelige foto’s en onheilspellende prognoses voeren ze hun ongerustheid tot het een ontembaar wild beest wordt.

Wanneer mijn hypochondervrienden zich dan naar de afspraak met hun dokter slepen, valt het over het algemeen geweldig mee. Wat hen mankeert, is meestal lang niet zo erg als wat hun pessimistische gedachten hen al hadden voorgespiegeld. Opgelucht komen ze terug en binnen de kortste keren is het kwaaltje ook weer verdwenen. Soms krijgen ze nog een zalfje of wat pillen mee, maar vooral de opluchting zorgt voor een snelle genezing.

Andere vrienden doen het omgekeerde. Wat ze ook zien of voelen aan hun lijf, ze negeren het vakkundig. Een kriebel in de keel? Een gezwel op de rug? Een rare stijfheid in de knieën? Een rode vlek met een ring eromheen in hun liesstreek? (Dit zijn allemaal waargebeurde voorbeelden!) Als je maar gewoon doet alsof er niets aan de hand is, gaat het vanzelf wel weer weg. Ze zijn ervan overtuigd dat de dokter er toch ook niets aan kan veranderen, en dus loont het de moeite niet om hem of haar daarmee lastig te vallen.

Ze hebben niet helemaal ongelijk. De kriebel in hun keel wordt een zware verkoudheid die na verloop van tijd inderdaad overgaat. Het gezwel op de rug heeft inmiddels het formaat van een klein bocheltje, maar je ziet het niet in de spiegel en het staat eigenlijk niet in de weg. Die stijfheid in de knieën gaat weer weg als je eenmaal een kwartier aan het stappen bent. Alleen die rode vlek met de ring eromheen bleek een echt probleem.

Mijn vader hoorde overduidelijk bij de laatste soort van mensen. Hij was een echte negationist. ‘An apple a day, keeps the doctor away’, zei hij steeds vaker. Hoe wij ook protesteerden, hij geloofde niet dat dokters hem echt konden helpen. Hij hield zijn lichaam overeind met een heel regelmatig leven, met een gezond dieet, met dagelijkse turnoefeningen en met werken in de tuin. Hij is er vrij probleemloos 94 mee geworden, dus een slecht recept kan het niet zijn.

Zoals gewoonlijk ligt de waarheid tussen hypochondrie en negationisme wellicht in het midden. Alleen zit er op mijn lijf geen streepjescode die ik kan scannen om dat midden te bepalen. Het blijft dus zoeken.

(Afb. van Darko Djurin via Pixabay)

1 reacties op “Hypochonder of negationist?”

  1. Verbeeck Tony schreef:

    Mijn oude nonkel kreeg de raad van de dokter om te stoppen met roken. Hij zou dan toch comfortabeler kunnen leven, in plaats van al dat gehoest. Maar mijn nonkel vroeg of hij dan zou blijven leven. Neen zij de dokter, zonder roken zul je ook sterven. Dan blijf ik roken zij mijn nonkel en hij is al hoestend en proestend tot zijn 90 jaar met de auto blijven rijden en is twee jaar later gestorven.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.